Lezen 1.2 Doel en hoofdgedachte, betrouwbaar of niet?
Welkom bij Nederlands
mevrouw N. Jonkhart-Prasing, MBO College Almere
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
mevrouw N. Jonkhart-Prasing, MBO College Almere
Slide 1 - Slide
Zelfstandig lezen
timer
15:00
Slide 2 - Slide
Wat gaan wij vandaag doen?
Lezen
Terugblik
Leerdoelen benoemen
Voorkennis ophalen Doel en hoofdgedachte, betrouwbare tekst
Uitleg, quizvragen beantwoorden, opdrachten maken
Onbekende woorden begrijpen
Post-it op de deurpost
Slide 3 - Slide
Leerdoelen.....
Je kunt bepalen welk doel de maker van de tekst heeft en wat hij het belangrijkst vindt, zodat je kunt inschatten hoe waardevol de informatie voor jou is.
Je kunt inschatten of een tekst betrouwbaar is.
Je hebt je woordenschat weer wat uitgebreid aan het eind van de les
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat is geen tekstsoort?
A
Ingezonden brief
B
Recept
C
Instrueren
D
Stripverhaal
Slide 6 - Quiz
Een artikel op Wikipedia is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Wat zijn aanwijzingen voor een betrouwbare tekst?
A
Voor- en tegenstanders komen allebei aan het woord.
B
De schrijver of programmamaker neemt zelf een duidelijk standpunt in.
C
Feiten worden objectief beschreven en de bronnen worden vermeld.
Slide 8 - Quiz
Wat voor tekstsoort is dit?
A
Informatief
B
Instructief
C
Betogend
D
Verhalend
Slide 9 - Quiz
Een bijsluiter van medicatie is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
in 1 zin samengevat waar de tekst over gaat
B
1 woord of paar woorden waar de tekst over gaat
C
de gedachte van de schrijver over het onderwerp
D
titel van de tekst
Slide 11 - Quiz
Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 12 - Quiz
Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 13 - Quiz
Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 14 - Quiz
Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 15 - Quiz
Wat is GEEN schrijfdoel?
A
amuseren
B
overtuigen
C
instrueren
D
verwijderen
Slide 16 - Quiz
Waaraan kan je meestal niet zien of een tekst betrouwbaar is?
A
Bronvermelding
B
foto's/afbeeldingen
C
auteur
D
datum
Slide 17 - Quiz
Wat is het doel van de inleiding van een tekst?
A
alle belangrijke informatie geven
B
een conclusie van een tekst geven
C
korte begeleiding over hoe je een tekst moet lezen
D
korte informatie over het onderwerp en de tekst
Slide 18 - Quiz
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.
Daarom moet je een tekst lezen.
Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op de , de en het van de tekst.
bron
schrijver
kritisch
doel
titel
lettertype
Slide 19 - Drag question
Woordenschat
Onderstreep of markeer van blz. 17 t/m blz. 23 alle woorden die je niet kent/niet begrijpt.
Slide 20 - Slide
Aan het werk........
-> Je maakt opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 1.2.
en opdracht 1 t/m 4 paragraaf 1.3 Let op, ik bekijk alle antwoorden
Je hebt vanaf nu iedere les je oortjes/ koptelefoon nodig