1.6 les 3+4: Duurzaamheid + eindopdracht

1.6 les 3+4: Duurzaamheid + Eindopdracht
Je kan kritisch nadenken over het milieu nu en in de toekomst.
Je kan zelfstandig een ontwerp linken aan duurzaamheid en stakeholders.
Je kan zelfstandig een creatief idee bedenken voor een ontwerp dat toekomstbestendig is.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

1.6 les 3+4: Duurzaamheid + Eindopdracht
Je kan kritisch nadenken over het milieu nu en in de toekomst.
Je kan zelfstandig een ontwerp linken aan duurzaamheid en stakeholders.
Je kan zelfstandig een creatief idee bedenken voor een ontwerp dat toekomstbestendig is.

Slide 1 - Slide

Wat versta jij onder duurzaamheid?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Wat is duurzaamheid?

Slide 4 - Mind map

Quiz
Hierna volgen een aantal quizvragen over duurzaamheid, kies steeds de meest duurzame optie.
De Quiz kan je ook ideeën geven voor de eindopdracht.

Slide 5 - Slide

Wat is het meest duurzaam?
Bouwmateriaal
A
Hardhout
B
Plastic
C
Bamboe
D
Metaal

Slide 6 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Afval
A
1 prullenbak waar alles in kan
B
aparte prullenbakken voor papier, gft etc
C
geen prullenbak
D
een paal waar je zakjes kan pakken voor vuilnis

Slide 7 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Energie
A
Een dieselgenerator
B
Zonnepanelen, en een 'gewone' gasaansluiting
C
Gewone gemeentevoorzieningen
D
Zonnepanelen en geen gasverbruik

Slide 8 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Voedsel
A
Alleen plantaardig voedsel
B
Veel vlees, maar geen kaas, melk etc.
C
Geen vlees maar wel kaas en plantaardig voedsel
D
Alleen vlees

Slide 9 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Grondindeling
A
Alles betegelen
B
Afwisseling tussen tegels en groen
C
Zo min mogelijk tegels, veel gras
D
Alleen maar beplanting

Slide 10 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Water
A
Ondergrondse regenwater opvang
B
Water over straat laten lopen
C
Een sloot graven
D
Openlucht wateropvang

Slide 11 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Bestrijding van plagen etc.
A
Giftige bestrijdingsmiddelen
B
Biologische bestrijdingsmiddelen
C
Natuurlijke vijanden inzetten (bijvoorbeeld roofwespen)
D
Onkruidbranders

Slide 12 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Sociaal - gebruik van ruimte
A
Alleen geschikt voor kinderen tot 5 jaar
B
Alleen geschikt voor moestuintjes
C
Alleen te gebruiken als het koud is
D
Afwisselend/flexibel gebruik

Slide 13 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Sociaal - Voedsel
A
Wie iets verbouwt mag het mee naar huis nemen
B
Een meeneem bak
C
Als teveel wordt verbouwd gaat het de compostbak in
D
Overschotten worden verkocht

Slide 14 - Quiz

Wat is het meest duurzaam?
Onderhoud
A
Wijkrooster - iedereen draagt bij
B
Een concierge
C
Een loonwerker
D
Kinderen onder de 12

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de basisbehoeften van mensen?

Slide 16 - Mind map

Basisbehoeften
Ecologisch
Economisch
Sociaal
schone lucht
voldoende werk
veiligheid
schoon water
eerlijk salaris
gemeenschap
rijke grond
eerlijke prijzen
onderwijs
voedzaam voedsel
kansen voor iedereen
gezondheid

Slide 17 - Slide

Hoe zullen de basisbehoeften van mensen er over 100 jaar uit zien?

Slide 18 - Open question

De opdracht
Stel, je krijgt een leeg stuk grond (ter grootte van een voetbalveld) ter beschikking in je dorp/stad.
De gemeente vraagt je om dit stuk grond te gebruiken op een duurzame manier, zodat iedereen in het dorp / de stad er nu en in de toekomst van kan genieten.
Wat zou jij met dit stuk grond gaan doen? Je mag de indeling zelf bepalen.

Slide 19 - Slide

Criteria
Werk in je eentje
De ruimte moet voor algemeen publiek toegankelijk zijn (iedereen kan er gebruik van maken)
Denk na over de gebruikte materialen.
Hoe is het onderhoud geregeld? Bv. hoe houd je het schoon?
Wat is er te zien/doen in de ruimte?
Wie zijn de stakeholders in jouw project en wat is hun rol?
Welke stakeholders profiteren het meeste van jouw project?
Leg je keuzes voor het doel, de stakeholders, de materialen, onderhoud etc. uit in een stukje tekst van min. 150 woorden.
Werk digitaal of op papier, lever je ontwerp en de onderbouwing daarvan in via Simulise.

Slide 20 - Slide