M4 6.4 2425

1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdvraag H6
Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de wereld na 1989?

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhalen 6.1 t/m 6.3
  • Uitleg 6.4
  • Zelfstandig werken
 

Slide 3 - Slide

Noem minimaal 4 grote gebeurtenissen die plaatsgevonden hebben nadat de Koude Oorlog eindigde

Slide 4 - Open question

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
De Berlijnse muur valt
De Sovjet-Unie val uiteen
In Hongarije gaat het IJzeren Gordijn open
Gorbatsjov begint met hervormingen

Slide 5 - Drag question

Welke gebeurtenis wordt aangeduid met '9/11'?
A
De Amerikaanse onafhankelijkheidsdag
B
De aanslag op de Twin Towers in New York
C
Osama bin Laden is vermoord
D
De aanval op Afganistan

Slide 6 - Quiz

Welke twee begrippen passen het best bij de aanslag van 9/11?
A
Collectivisatie en dekolonisatie
B
Dekolonisatie en fundamentalisme
C
Fundamentalisme en globalisatie
D
Globalisatie en collectivisatie

Slide 7 - Quiz

Op 9-11 pleegde Al Qaïda een aanslag op de Twin Towers. Wie was de leider?
A
Yasser Arafat
B
Hamas
C
Osama Bin Laden
D
Saddam Hussein

Slide 8 - Quiz

Welk orgaan heeft de bevoegdheid om de Europese Commissie in zijn geheel naar huis te sturen?
A
de Europese Raad van Ministers
B
de voorzitter van de Europese Commissie
C
het Europees Parlement
D
het Europese Hof van Justitie

Slide 9 - Quiz

1951
1957
1992
EGKS
EU
EEG

Slide 10 - Drag question

Met wat kan de Europese Commissie het best vergeleken worden.
A
De regering van de EU
B
Het dagelijks bestuur
C
De Eerste Kamer
D
De gemeenteraad

Slide 11 - Quiz

Maak de juiste combinaties. 
Samenwerking op gebied van kolen en staal

Samenwerken in een wereldwijde organisatie
Samenwerking van drie landen

Verdrag van Maastricht, met dit verdrag gaan de landen verder samenwerken 

de Benelux
de EGKS
de EU
de VN

Slide 12 - Drag question

Wat is de Europese Commissie?
A
Het dagelijks bestuur van Europa.
B
Het parlement van Europa.
C
de Europese Raad.
D
geen van de antwoorden is juist.

Slide 13 - Quiz

Verenigde Naties
Europese Unie
VN
EU

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

6.4 Wat kenmerkt de Nederlandse samenleving na 1980?
  • Je kan beschrijven hoe de verzorgingsstaat in de jaren '80 onder druk komt te staan. 
  • Je kan uitleggen wat 'het poldermodel' inhoudt
  • Je kan beschrijven hoe Nederland na de Tweede Wereldoorlog veranderde in een pluriforme samenleving

Slide 16 - Slide

Opbouw van de verzorgingsstaat
  • Na de oorlog moest ons land worden hersteld en opnieuw opgebouwd. Deze  periode noemen we de wederopbouw
  • In deze periode gingen werknemers, werkgevers en de overheid goed samenwerkten (en afspraken over de lonen en prijzen maken). Zo werd Nederland snel weer een succesvol exportland 
  • Door dit harmoniemodel (later poldermodel)  en Marshallhulp was eind jaren '50 de meeste schade hersteld. 


Slide 17 - Slide

Vadertje Drees
  • Tussen 1948 en 1958 was Willem Drees minister-president.
  • Drees wilde maatregelen nemen om de armoede te verminderen en begon met de opbouw van de verzorgingsstaat. Dat betekent dat de regering ervoor zorgt dat niemand in echte armoede hoeft te leven.
  • Drees was leider van de SDAP (later PVDA) en een echte sociaaldemocraat
  • Mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen, krijgen een uitkering.

Slide 18 - Slide

Kenmerken van de verzorgingsstaat
  • Werkloosheidswet (WW, 1952)
  • Algemene Ouderdomswet (AOW, 1957)
  • Algemene Bijstandswet (ABW, 1965)
  • Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO, 1967)

  • Op deze manier ontstond sociale zekerheid: iedereen die niet voor zichzelf kan zorgen, heeft recht op een uitkering van de regering.



    Bejaarden vieren de invoering van de AOW. Applaus voor minister Drees. (Foto uit: 1956)

    Slide 19 - Slide

    Slide 20 - Slide

    Je kan beschrijven hoe de verzorgingsstaat in de jaren '80 onder druk komt te staan. 

    Slide 21 - Slide

    De ontkerkelijking en de ontzuiling leidde tot individualisering. Mensen gingen niet of minder naar de kerk. Via TV en Radio kwam de wereld elke huiskamer binnen dit leidde tot secularisatie. Mensen gingen de wereld en 'ik' steeds belangrijker vinden.... Dus verplicht voor anderen zorgen en solidariteit werd steeds lastiger.

    Slide 22 - Slide

    Individualisering
    Ontkerkelijking + ontzuiling leidde tot meer individualisering:
    • Mensen willen zelf bepalen hoe ze hun leven inrichten 
    • Mensen deden niet meer wat de voorganger  hen vertelde
    • Mensen gingen zelf nadenken en keuzes maken wat zij wilden of belangrijk vonden

    Slide 23 - Slide

    Problemen Verzorgingsstaat na 1970
    Meer huwelijken
    Flexwerkers
    Werkloosheid
    Koppeling lonen/uitkeringen
    Te lage uitkeringen
    Gastarbeiders
    Vergrijzing
    Studiefinanciering
    Automatisering

    Slide 24 - Drag question

    Je kan uitleggen wat het Poldermodel inhoudt

    Slide 25 - Slide

    Het poldermodel
    Om te zorgen dat de loonkosten en prijzen  niet te veel stijgen, maken de werknemers (via vakbonden), werkgevers en de regering loonafspraken 
    Beperkte loonsverhoging > in ruil voor lage prijzen voor levensonderhoud = niet te dure Nederlandse producten = goed voor exportpositie van Nederland

    Slide 26 - Slide

    Je kan beschrijven hoe Nederland na de Tweede Wereldoorlog veranderde in een pluriforme samenleving

    Slide 27 - Slide

    Je kan uitleggen wat populisme is.

    Slide 28 - Slide

    Je kan de invloed van globalisering herkennen en verklaren

    Slide 29 - Slide

    Slide 30 - Slide

    Slide 31 - Slide

    Slide 32 - Link

    Slide 33 - Slide

    Slide 34 - Slide

    Slide 35 - Slide

    Aan de slag
    Verplicht:
    Lezen 6.4
    6.4 open- en gesloten vragen maken en nakijken

    Keuze:
    Oefenvragen in deze LessonUp maken
    Oefenen met de eindexamensite of oefenen met Quizlet

    timer
    15:00

    Slide 36 - Slide



    Wat is een pluriforme samenleving
    A
    Een samenleving die bestaat uit stadsmensen en mensen van het platteland
    B
    Een samenleving die uit meerdere mensen bestaat
    C
    Een samenleving met mensen uit verschillende cultuur gebieden
    D
    Een samenleving waar apartheid is

    Slide 37 - Quiz

    Hieronder staan begrippen en gebeurtenissen die te maken hebben met de Nederlandse geschiedenis. Bij elk tijdvak horen twee van de onderstaande begrippen/gebeurtenissen sleep ze naar de juiste plaats. 
    Jaren 40
    Jaren 50
    Jaren 60
    Jaren 70
    wederopbouw
    begin verzorgingsstaat
    poldermodel
    luxeartikelen
    consumptiemaatschappij
    Marshallplan
    strenge voorwaarden voor uitkeringen
    invoering AOW

    Slide 38 - Drag question

    Hieronder staan drie uitspraken over Nederlandse radio- en televisieomroepen in de periode 1950-2000:
    Geef per uitspraak aan welk begrip 
    daarbij hoort.

    Let op! Er blijft één begrip over.
    De AVRO was de eerste televisie-omroep zonder godsdienstige of
    politieke uitgangspunten.
    De populaire radiozender haalde zijn inkomsten uit reclames.
    Er werden omroepen opgericht voor onder andere boeddhisten,
    moslims en hindoes.
    consumptiemaatschappij
    globalisering
    multiculturele samenleving
    ontzuiling

    Slide 39 - Drag question


    Welk begrip 
    hoort bij de 
    uitspraak in de bron?
    A
    feminisme
    B
    liberalisme
    C
    populisme
    D
    socialisme

    Slide 40 - Quiz

    Sleep de woorden naar de juiste kolom:
    Jaren '60
    Vanaf jaren '80
    Opkomst pluriforme samenleving (multiculturele samenleving)
    Tweede Feministische Golf
    Secularisatie
    Start van de ontzuiling
    Populisme
    Pim Fortuyn
    Aanslag Twin Towers (9/11)
    Opkomst poldermodel
    Internet

    Slide 41 - Drag question

    60 seconds
    Vorm een duo (met één iemand dus)
    Zoek tegenstanders (één ander duo dus)

    -Je krijgt kaartjes met begrippen. Probeer jouw duopartner in één minuut zoveel mogelijk begrippen te laten raden. Let op Engels, rijmen, deel van woord noemen etc mag niet. 
    -Alle begrippen geraden?  Kaartje voor jullie. > Niet alle begrippen geraden?  Kaartje onderop de stapel(noteer begrippen die niet weet en zoek deze op voor de volgende ronde)  
    - de beurt gaat naar het andere duo
    Duo met de meeste kaartjes wint EEUWIGE ROEM!  
    ZET EEN TIMER OP EEN LAPTOP AAN! 

    Slide 42 - Slide