This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Kantoorruimtes
herhaling + oefeningen
Slide 1 - Slide
Herhaling blz 82
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welke kantoorruimte zie je?
typ je antwoord in bij de volgende afbeeldingen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Open question
Welke kantoorruimte is van toepassing?
veel werknemers in 1 grote ruimte
A
landschapskantoor
B
mobile office
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 12 - Quiz
Welke kantoorruimte is van toepassing?
1 of max 3 personen in een aparte ruimte
A
landschapskantoor
B
mobile office
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 13 - Quiz
Welke kantoorruimte is van toepassing?
een verplaatsbaar bureau
A
landschapskantoor
B
mobile office
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 14 - Quiz
Welke kantoorruimte is van toepassing? hier kunnen werknemers zowel samen in een ruimte zitten als voor een kortere periode in aparte ruimtes gaan werken
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 15 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? samenzitten maar afgescheiden door scheidingswanden
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 16 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? je zit de hele dag gescheiden, niet goed voor de teamspirit
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 17 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? je kan de inrichting niet zo gemakkelijk veranderen
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 18 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? weinig lawaai
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
cellenkantoor
D
thuiskantoor
Slide 19 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? hogere bezettingsgraad van het aantal bureaus
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
cellenkantoor
D
mobile office
Slide 20 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? minder bureaus nodig op kantoor
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
thuiskantoor
D
cellenkantoor
Slide 21 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? je kan elkaar constant zien, dit zorgt voor afleiding
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
thuiskantoor
D
cellenkantoor
Slide 22 - Quiz
Voor welke kantoorruimte is het voor- of nadeel van toepassing? er zijn aparte hoekjes beschikbaar voor ontspanning, vergaderingen...
A
landschapskantoor
B
combinatiekantoor
C
thuiskantoor
D
cellenkantoor
Slide 23 - Quiz
1 of max 4 werknemers in apart lokaal
met veel samen in 1 grote ruimte
werkplaatsen of bureaus worden gedeeld
cellenkantoor
landschapskantoor
mobile office
Slide 24 - Drag question
Denk je dat je de toets gaat kunnen maken na deze herhaling en het studeren van de leerstof?