This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
een briefkaart schrijven - huiswerk
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Aan het einde van de les heb je geoefend met het schrijven van verschillende soorten kaarten en bijpassende woorden.
Slide 2 - Slide
Welk Engelse woord past bij het plaatje?
Slide 3 - Open question
In een Engels adres komt het huisnummer ... de straatnaam
A
voor
B
achter
Slide 4 - Quiz
Een postcode in Engeland is ... als een postcode in Nederland.
A
wel hetzelfde
B
niet hetzelfde
Slide 5 - Quiz
Adres
In een Engels adres komt het huisnummer voor de straatnaam!
In het Nederlands: Nieuwstraat 24
In het Engels: 12 Abbey Road
Postcode blijft gelijk.
CT16 1QN Dover
Slide 6 - Slide
Wat is de Engelse vertaling van beste?
A
Daer
B
Deer
C
Dear
D
Hello
Slide 7 - Quiz
Schrijf in het Engels: Aan meneer Jansen,
Slide 8 - Open question
Schrijf in het Engels: Aan mevrouw Brinke,
Slide 9 - Open question
Schrijf in het Engels: Aan Lynn Eggink
Slide 10 - Open question
Naam
Nederlands: aan meneer Jones,
Engels: to Mr Jones,
Nederlands: aan mevrouw Jones,
Engels: to Mrs Jones,
Als je iemand goed kent, kun je de voornaam schrijven
Nederlands: aan Katy Jones,
Engels: to Katy Jones,
!!! DENK AAN DE KOMMA !!!
Slide 11 - Slide
Schrijf in het Engels: Aan meneer P. Pieters, Rozenweg 24 KT15 2NM Manchester Engeland
Slide 12 - Open question
Wat is niet netjes om mee af te sluiten bij het schrijven van een kaart?
A
Best regards
B
Bye
C
Best wishes
D
Love
Slide 13 - Quiz
Vul de Engelse woorden in: I (vind leuk) you
Slide 14 - Open question
Vul de Engelse woorden in: I am (blij)
Slide 15 - Open question
Vul de Engelse woorden in: I (ben) verry happy
Slide 16 - Open question
Vul de Engelse woorden in: Have a (fijne) dag
Slide 17 - Open question
Vul de Engelse woorden in: Do you (vind leuk) me?
Slide 18 - Open question
Onthoud bij het schrijven van een kaart
1. Aanhef, je schrijft altijd:
Dear + naam + komma (Bijvoorbeeld: Dear john,)
Laat dan een regel open.
2. Schrijf de tekst.
Maak korte zinnen. Vergeet de hoofdletters, punten en komma's niet.
Sla weer een regel over.
3. Sluit af met:
best regards, (met vriendelijke groet) - best wishes, (groeten) - love (liefs)
4. En dan je naam.
Slide 19 - Slide
Kerstkaart
Woorden om te gebruiken voor het schrijven van een kerstkaart:
Merry Christmas - Prettige kerstdagen
Happy New Year - Gelukkig nieuwjaar
I wish you a Happy New Year - Ik wens je een gelukkig nieuwjaar
I wish you a Merry Christmas - Ik wens je fijne kerstdagen
How are you? - Hoe gaat het met u?
I hope you are fine - Ik hoop dat het goed met u gaat
I am fine - Met mij gaat het goed
Deze woorden/zinnen heb je hierna nodig voor de opdracht.
Slide 20 - Slide
Valentijnskaart
Je vindt iemand leuk. Je wilt hem of haar graag een valentijnskaart sturen. Je leert het woord to like. Het woord like ken je misschien van Facebook. Je kunt daar iets liken als je het leuk vindt. In het Engels is to like leuk vinden. Makkelijk om te onderhouden! Nog meer woorden en zinnen voor je kaart:
someone - iemand // I like you - ik vind je leuk
special - speciaal // Do you like me? - Vind je mij leuk?
I am in love - ik ben verliefd // I am happy - ik ben blij
you are in love - jij bent verliefd // Are you happy? - Ben jij blij?