Past Simple uitleg + herhaling

Welcome!
timer
2:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome!
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Past Simple

Leerdoelen:
Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen
Voor de toets

Slide 2 - Slide

Past Simple
Gebruik je: als iets in het verleden is gebeurd en is afgelopen / als iets op een specifiek moment in het verleden was.

Herkenningswoorden: 
Vaak een duidelijke tijdsbepaling in het verleden:
yesterday, ...ago, last ..., in ..., 

Slide 3 - Slide

Past Simple: regelmatig
I / you / he / she/ it / we / they
+
ww + ed
+
ww eindigend op -e + d

vb: 
I walked, he played, they used, we smiled

Slide 4 - Slide

Past Simple: To Be
+
I was
You were
He was
-
I was not
We were not
She was not
?
Was I
Were they
Was it?

Slide 5 - Slide

Past Simple:

Wat geef je aan met de past simple?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
D
Iets dat begon in het verleden en nu nog steeds bezig is.

Slide 6 - Quiz

Past Simple:

Wat is de regel van de Past Simple?
A
hele ww+ - ed
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 7 - Quiz

De Past Simple gebruik je...
A
bij iets in de toekomst
B
bij iets in het heden
C
bij iets uit het verleden
D
bij iets in het verleden en heden

Slide 8 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.

Slide 9 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.

Slide 10 - Quiz

Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 11 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?

Slide 12 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 13 - Quiz

PAST SIMPLE:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.

Slide 14 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She studied a lot last night.
B
She was studying a lot last night.
C
She has studied a lot last night.
D
She is studying a lot last night.

Slide 15 - Quiz

My dad ... (to cook) yesterday.

Slide 16 - Open question

I ... (like) chocolate when I was young.

Slide 17 - Open question

The girl ... (ask) a question in class yesterday.

Slide 18 - Open question

We ... (climb) a mountain last summer.

Slide 19 - Open question

Maak een positieve zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 20 - Open question

Well done!

See you next week!

Slide 21 - Slide