LE_Ch5

Linux Essentials Hoofdstuk 5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
InformaticaMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Linux Essentials Hoofdstuk 5

Slide 1 - Slide

Welk commando toont de inhoud van een map?
A
ls
B
mkdir
C
rm
D
cd

Slide 2 - Quiz

Wat is een Linux shell?
A
Een interface voor commando's
B
Een programma voor besturingssystemen
C
Een grafische gebruikersomgeving
D
Een type hardware

Slide 3 - Quiz

Hoe declareer je een variabele in bash?
A
door 'set VAR waarde' te gebruiken
B
met de opdracht declare VAR
C
met de opdracht VAR=waarde
D
door 'VAR: waarde' te typen

Slide 4 - Quiz

Wat doet een shell-script?
A
Voert commando's uit
B
Speelt video's af
C
Bewerkt afbeeldingen
D
Automatiseert taken

Slide 5 - Quiz

Wat doet een puntkomma in Linux?
A
Scheidt commando's
B
Verandert bestandsrechten
C
Voegt commentaar toe
D
Verbindt meerdere opdrachten

Slide 6 - Quiz

Hoe gebruik je een variabele in een script?
A
Gebruik #variabele_naam
B
Gebruik $variabele_naam
C
Gebruik @variabele_naam
D
Gebruik variabele_naam$

Slide 7 - Quiz

Welke optie bij 'ls' toont gedetailleerde informatie?
A
-a
B
-l
C
-h
D
-r

Slide 8 - Quiz

Wat is het doel van quoting in Linux?
A
Verwijderen van lege regels
B
Voorkomen van speciale tekens
C
Behouden van spaties in tekst
D
Versnellen van bestandskopieën

Slide 9 - Quiz

Wat doet een backslash in Linux?
A
Start een programma
B
Geeft speciale karakters aan
C
Verwijdert bestanden
D
Verbreekt een regel

Slide 10 - Quiz

Wat doet de dubbele pipe (||) in Linux?
A
Voert de tweede opdracht uit bij fout
B
Voert de eerste opdracht uit bij fout
C
Verbindt twee bestanden
D
Geeft een foutmelding weer

Slide 11 - Quiz

Hoe gebruik je dubbele ampersand in de terminal?
A
Opdracht1 & Opdracht2
B
Opdracht1 && Opdracht2
C
Opdracht1 || Opdracht2
D
Opdracht1; Opdracht2

Slide 12 - Quiz

Wat doet een dubbele ampersand in Linux?
A
Verplaatst bestanden naar een map
B
Verbindt twee bestanden
C
Voert de tweede opdracht uit als succesvol
D
Geeft een foutmelding weer

Slide 13 - Quiz

Welke syntax gebruikt je voor command substitution?
A
`command`
B
{command}
C
$(command)
D
[command]

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er met tekst in enkele aanhalingstekens?
A
Geen variabelen worden geëvalueerd
B
Tekst wordt automatisch omgezet
C
Speciale tekens worden genegeerd
D
Exacte tekst wordt behouden

Slide 15 - Quiz

Hoe gebruik je dubbele pipe in een opdracht?
A
commando1 && commando2
B
commando1 | commando2
C
commando1 ; commando2
D
commando1 || commando2

Slide 16 - Quiz