gedrag observeren - praktijkles

Leereenheid 9-16
Praktijkles - week 3
Wat is gedrag?
Hoe kan je gedrag observeren?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leereenheid 9-16
Praktijkles - week 3
Wat is gedrag?
Hoe kan je gedrag observeren?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Na deze les kan je uitleggen wat gedrag is.
  • Na deze les kan je uitleggen wat het verschil is tussen     objectief- en subjectief observeren is.
  • Na deze les kan je een objectieve observatie uitvoeren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

gedrag
Alle waarneembare handelingen die mensen en dieren vertonen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de volgende video
Welk gedrag kan je waarnemen?
Welke bijzonderheden vallen je op?

Slide 4 - Slide

Man bij het informatiebord heeft een koffertje naast zich staan.
Koffertje wordt door iemand meegenomen.

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Interpreteren
Wat jij ziet, zie ik niet..........

Slide 6 - Slide

Laat studenten zelf oefenen met de voorgaande video.

Teken de M op papier en stel de studenten zo op als in de video.

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Objectief

feiten die je ziet benoemen
Subjectief

jouw oordeel over de feiten die je hebt waargenomen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Objectief - Subjectief
Objectief observeren van gedrag is heel belangrijk

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 (30 minuten)
Maak tweetallen.
Ga buiten lopen/zitten of in de school (kantine).
Observeer wat mensen doen.
Schrijf alle feiten die je ziet op.
Geef geen eigen mening over wat je ziet.
Doe samen minimaal 5 observaties.
Schrijf alles netjes uit als je weer in de klas bent.

Slide 10 - Slide

leg de opdracht uit. (2 minuten max.)
stuur de studenten op pad. (20 minuten)
Laat ze de laatste 10 minuten de observaties uitwerken in de klas.
Opdracht 2 - Nabespreken
  1. Wat heb je alleemaal gezien?
  2. Mag je nooit je mening geven over wat je ziet?
  3. Wanneer wel en wanneer niet?

Slide 11 - Slide

1. laat studenten vertellen. filter meningen eruit.

2. vraag aan de studenten wanneer het zinvol is om juist wel een conclusie/mening te hebben over wat ze hebben gezien? Maak koppeling naar hun beroep als HZW'er of dienstverlener. Je ziet iemand iets doen en jij moet vanuit jouw professionaliteit reageren.

3. Als je als HZW'er rapporteert over de cliënt, moet dat altijd objectief zijn.
Als je moet handelen op gedrag van cliënten moet je conclusies trekken en in actie komen.
Bijvoorbeeld: een kind loopt langs een tafeltje waarop een pot hete thee staat. Dan meld je niet eerst aan anderen wat je hebt gezien, maar kom je in actie en zet je de pot hete thee weg.

3. 
Wat is volgens jou gedrag?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Objectief betekent
A
feiten en geen mening
B
mening en geen feiten
C
precies beschrijven wat je ziet
D
een conclusie trekken over wat je hebt gezien

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Heb je nog tips?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions