2.4 Het verteringsstelsel

Ga naar LessonUp
LessonUp.app
Log in met je e-mailadres en password 

Doe mee met de les

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga naar LessonUp
LessonUp.app
Log in met je e-mailadres en password 

Doe mee met de les

Slide 1 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Terugblik

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Tekst
Voedingsstof
Voedingsmiddel
chips
vis
Vit C
Brood
broccoli
koolhydraat
kalkzouten
Yoghurt
eiwitten
kroket

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Sleep het voedingsmiddel naar de juiste voedingsstof
eiwit
koolhydraat
Vet
water

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Klaar
Laptop dicht of met het scherm naar mij toe draaien!

Slide 9 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

2.3 Het verteringstelsel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

 Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Verteringsappen
De vertering gebeurt met behulp van verteringssappen. Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van verteringssappen. Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren. De verteringsklieren bij de mens zijn:
• de speekselklieren
• de maagsapklieren
• de lever
• de alvleesklier
• de darmsapklieren


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verteringssappen
Verteringssappen breken de stoffen in je voedsel af tot steeds kleinere stoffen (verteringsproducten). Deze afbraak van voedingsstoffen is een scheikundige reactie (stoffen worden omgezet in andere stoffen). Veel verteringssappen bevatten enzymen. Enzymen zijn stoffen die scheikundige reacties versnellen . De enzymen in verteringssappen zorgen er dus voor dat voedingsstoffen sneller worden afgebroken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Mond
Door kauwen wordt het voedselbrok verkleind  en wordt het oppervlak van het voedsel groter door deze oppervlaktevergroting kunnen de  verteringssappen er goed bij. 


Speeksel: een verteringssap die zetmeel verteert.
De tong duwt het voedsel naar de keel. Door te slikken wordt het in de slokdarm geduwd. Tijdens het slikken zijn de neusholte en luchtpijp afgesloten (huig en strotklepje). 
Start koolhydraatvertering
In de mond, door het speeksel
1
Onderkaakspeekselklier
Ondertongspeekselklier
Oorspeekselklier

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Gebit functie
- afhappen  
-doorslikken

 - mengen met speeksel
 - oppervlakte vergroten

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 17 - Video

This item has no instructions

01:08-01:30
Strotklepje
Luchtpijp
Slokdarm
Strottenhoofd
Slikken: huig en strotklep

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Strotklepje
Slokdarm
Luchtpijp
Slikken: huig en strotklep

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slokdarm en maag

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maag
In de maagwand zitten ook kringspieren en lengtespieren. Je maag is bijna altijd in beweging. Het voedsel wordt gekneed en gemengd met maagsap. Maagsap bevat zoutzuur. Dit zuur doodt bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen.
Aan het eind van je maag zit een kringspier: de maagportier. De maagportier laat telkens maar kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm, in de maag wordt dus voedsel opgeslagen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Dunne darm
De dunne darm is bij mensen ongeveer zes meter lang. In de wand liggen darmsapklieren die darmsap maken.
In het darmkanaal zijn verschillende verteringssappen bij het voedsel gekomen. Die verteringssappen bevatten veel water. Daardoor bevat de voedselbrij in de dunne darm veel water. In dat water zijn de voedingsstoffen en verteringsproducten opgelost. In de dunne darm worden de voedingsstoffen en verteringsproducten opgenomen in het bloed. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Blindedarm
De dunne darm sluit aan op de dikke darm. Vlak onder de overgang ligt de blindedarm. De blindedarm heeft geen eigen functie bij de vertering. Aan de onderkant van de blindedarm zit een uitstulping: het wormvormig aanhangsel of de appendix. Bij een ‘blindedarmontsteking’ is dit aanhangsel ontstoken. Het wordt dan verwijderd met een operatie. De blindedarm zelf blijft zitten.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm
De dikke darm is ongeveer anderhalve meter lang. Vanuit de dunne darm komen de onverteerde voedselresten in de dikke darm. Deze brij bevat nog veel water. Via de wand van de dikke darm wordt bijna al dit water opgenomen in het bloed. Daardoor wordt de brij van voedselresten ingedikt. Als dat niet voldoende gebeurt, krijg je diarree. Je verliest dan te veel vocht en kunt daardoor uitdrogen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Endeldarm
Door de darmperistaltiek gaan de ingedikte, onverteerde voedselresten naar de endeldarm. Daar worden ze tijdelijk opgeslagen. Het darmkanaal wordt afgesloten door een kringspier: de anus. Af en toe ontspant deze kringspier zich en wordt de endeldarm geleegd. Dat noem je ontlasting (poepen).

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Peristaltiek
Deze bewegingen van kring en lengtespieren die de voedselbrij voortduwen vinden plaats in slokdarm, maag en darmen. 
1: kringspieren zijn samengetrokken
2: kringspieren zijn ontspannen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Darmperistaltiek
Kringspieren
en Lengtespieren
Die zich afwisselend samentrekken en zo het voedsel voortduwen. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Voedingsvezel
Voedingsvezel (of vezels) is een verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren. Vezels zitten vooral in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen . Ze zorgen voor een verzadigd gevoel (verzadigd = het gevoel dat je genoeg hebt gegeten). Voedingsvezel is nodig voor een goede darmwerking.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting:

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk!
Wat? 2.4 Verteringsstelsel - opdrachten 1 t/m 8.
Opdracht 3 maak je in je mapje
Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions