What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
to be
Today...
Lesson goals
Je leert wat het werkwoord 'to be' betekent
Je kent de verschillende vormen van 'to be' en kan deze gebruiken
Je gaat aan de slag met je eerste woordenlijst!
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Today...
Lesson goals
Je leert wat het werkwoord 'to be' betekent
Je kent de verschillende vormen van 'to be' en kan deze gebruiken
Je gaat aan de slag met je eerste woordenlijst!
Slide 1 - Slide
What does the verb 'to be' mean?
Wat betekent het werkwoord 'to be'?
Slide 2 - Open question
Which forms of 'to be' do you already know?
Welke vormen van 'to be' ken je al?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Vul bij de komende zinnen de juiste
onverkorte
vorm van to be in.
Voorbeeld:
(to be)
He.............playing football.
He is playing football.
Slide 5 - Slide
(to be)
I.........happy to be here.
Slide 6 - Open question
(to be)
She..........always helping in the kitchen.
Slide 7 - Open question
(to be)
They........very good at catching Pokémons!
Slide 8 - Open question
(to be)
He........a hacker, so watch out for your laptop!
Slide 9 - Open question
(to be)
They.........huge fans of FC Utrecht.
Slide 10 - Open question
(to be)
That lady.......... a famous writer.
Slide 11 - Open question
(to be)
I..........going to continue this lesson.
Slide 12 - Open question
(to be)
...........you okay with that?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Vul bij de komende zinnen de juiste
verkorte
vorm van to be in.
Voorbeeld:
(to be)
He.............playing football. > He's playing football.
In de voorbeeldzinnen staan elke keer namen, gebruik in de invulzinnen de juiste Engelse voornaamwoorden!
(I, you, he, she, it, we, they, you)
Slide 15 - Slide
(verkorte vorm van to be)
Jim likes Japanese cartoons.
...........watching tv right now.
A
He is
B
He's
C
He're
D
He are
Slide 16 - Quiz
(verkorte vorm van to be)
Emma is a nice person.
We are happy that............here!
A
he's
B
I'm
C
she is
D
she's
Slide 17 - Quiz
(verkorte vorm van to be)
I forgot my lunch again.
Now.........really hungry.
A
I'm
B
I am
C
I are
D
I is
Slide 18 - Quiz
(verkorte vorm van to be)
Linda likes dogs and Jim likes cats.
We could say........in love with their pets!
A
they are
B
she are
C
they're
D
you're
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Vul bij de komende zinnen de juiste
ontkennende
vorm van to be in.
Voorbeeld:
(to be)
He.............playing football.
He is not playing football.
Slide 22 - Slide
Evielou always rides her bike to school.
That's why she........happy when it rains.
A
is not
B
are not
C
am not
D
isn't
Slide 23 - Quiz
Today I forgot to bring my jacket.
That's why I...........happy that we are going outside.
A
am
B
amn't
C
is not
D
am not
Slide 24 - Quiz
(ontkennende vorm van to be)
Marijn is always happy! Now we miss him because he...............at school right now.
A
isn't
B
aren't
C
is not
D
am not
Slide 25 - Quiz
I'm really proud of you!
You............having any trouble doing this.
A
are not
B
aren't
C
is not
D
am not
Slide 26 - Quiz
Vul bij de komende zinnen de juiste
ontkennende
vorm van 'to be'
zo kort mogelijk
in.
Voorbeeld:
(to be)
He.............playing football. > He isn't playing football.
In plaats van he is not voeg je dit samen.
He is not-------He isn't
Je ziet dat de ' in plaats van de letter komt die je weghaalt.
Slide 27 - Slide
(verkorte ontkennende vorm to be)
We..............finished with this lesson.
Slide 28 - Open question
(verkorte ontkennende vorm to be)
(gebruik de Engelse vorm van ik)
...................having any fun today.
Slide 29 - Open question
(verkorte ontkennende vorm to be)
Why......................she at work?
Slide 30 - Open question
I am out!
I'm out!
Slide 31 - Slide
Vocabulary time
Go to SomToday > vakken > Engels > bijlagen > Period 1: classroom English
and download and save the word list to your English folder in documents.
Slide 32 - Slide
Vocabulary list
Discuss in pairs:
Which words do you already know?
Which words are new to you? > mark them yellow/red/green
Slide 33 - Slide
Lesson goals:
Je leert wat het werkwoord 'to be' betekent
Je kent de verschillende vormen van 'to be' en kan deze gebruiken
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 34 - Poll
More lessons like this
Engels to be present simple part 1
January 2021
- Lesson with
35 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
W35 to be
August 2022
- Lesson with
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
W35 to be
11 days ago
- Lesson with
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
W35 to be
11 days ago
- Lesson with
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Present Simple Q & N
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
To be (herhaling)
September 2023
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
To be (herhaling)
July 2023
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
Grammar: to be
September 2023
- Lesson with
34 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1