Herhalen HF Criminaliteit

VT Criminaliteit
Leerstof: HF 8 Pa 1, 2, 4 en 5.
Toetsmoment:
Percentage voor PTA: 14%

Vandaag HF herhalen.
Daarna ga je starten met leren en het voorbereiden op die toets.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

VT Criminaliteit
Leerstof: HF 8 Pa 1, 2, 4 en 5.
Toetsmoment:
Percentage voor PTA: 14%

Vandaag HF herhalen.
Daarna ga je starten met leren en het voorbereiden op die toets.

Slide 1 - Slide

Blz 128 (PA 1)
Strafbaar gedrag: wetsregels overtreden -> delict.

Overtreding of misdrijf
Overtreding is minder erg. -> boete etc.
Misdrijf is ernstig strafbaar feit
-> Verhoord door politie, zwaardere straffen, strafblad

Slide 2 - Slide

Blz 129 (PA 1)
Criminaliteit: alle misdrijven zoals die in de wet staan.
Criminaliteit:
- tijdgebonden (in of uit Wetboek van Strafrecht halen)
- plaatsgebonden (bv. landen met andere regels)

NL: rechtsstaat -> overheid + burgers houden zich aan de wet.
Materiële schade vs. niet-materiële gevolgen. (Spullen stuk of dingen die niet met geld te koop zijn 'stuk')

Slide 3 - Slide

Blz 130/131 (PA 2)
Risicofactoren (dingen die de kans op crimineel worden vergroten):
- Slechte opvoeding
- Groepsdruk
- Alcohol/drugs
- Spijbelen/schooluitval
- Biologische factoren

Algemene omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken:
Minder strenge normen (regels)/minder sociale controle (pakkans kleiner)

Slide 4 - Slide

Blz 131 (PA 2)
Opvallende groepen:
Jongens/mannen vaker met politie in aanraking. 
Jongeren (tussen 16 en 23) plegen vaker misdrijven
Niet-westerse allochtonen vaker verdacht van een misdrijf.

Politiecijfers zeggen lang niet alles. Politie verdeeld tijd en geeft dus ergens voorrang aan. Dat heeft invloed op de cijfers.

Slide 5 - Slide

Blz 134 (PA 4)
Verdachte; iemand van wie de politie denkt dat hij/zij iets strafbaars gedaan heeft.
Politie mag: fouilleren/arresteren/huis doorzoeken (huiszoekingsbevel)

Klaar met onderzoek? -> Proces-verbaal door politie geschreven.

Tussen 12 en 18: HALT. -> geen strafblad. Straf heeft te maken met misdrijf.


Slide 6 - Slide

Blz 135 (PA 4)
Officier van justitie ontvangt proces-verbaal van de politie.
Off. van just. heeft een aantal mogelijkheden:
- seponeren (Verdachte niet voor de rechter + geen straf)
- schikking (boete, komt geen rechter aan te pas)
- vervolgen (verdachte moet voor de rechter komen)

Slide 7 - Slide

Blz 138 (Pa 5)
Verdachte ontvangt bij vervolging een dagvaarding. = oproep om voor de rechter te verschijnen. 
Belangrijkste personen rechtszaak:
verdachte + advocaat/officier van justitie/rechter

Als verdachte ben je onschuldig totdat de rechter beslist dat jouw schuld is bewezen. 

Rechter is onafhankelijk en onpartijdig. 

Slide 8 - Slide

Blz 138/139 (Pa 5)
De rechtszaak: (Zorg dat je deze stappen uit je hoofd kent)
1. controleren persoonsgegevens verdachte.
2. officier van justitie leest de aanklacht voor.
3. Rechter, officier van justitie en advocaat stellen vragen aan de verdachte. 
4. Getuige(n) aan het woord. 
5. Officier van justitie legt uit waarom hij denkt dat verdachte schuldig is + eist straf
6. Advocaat gaat hier tegen in en legt de kant van de verdachte uit.
7. Verdachte mag nog iets zeggen
8. Rechter spreekt vonnis uit. 

Slide 9 - Slide

Blz 139 (Pa 5)
Wanneer ben je dan schuldig? Dan moet de rechter deze 3 vragen met JA kunnen beantwoorden:
- Gaat het om een strafbaar feit?
- Heeft de verdachte het gedaan?
- Is de verdachte strafbaar?  (dit is de lastigste, kan alleen als het echt je schuld is. Dus je bent echt verantwoordelijk en anders ben je ontoerekeningsvatbaar -> tbs-kliniek)

Slide 10 - Slide