Woorden van de week 21

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Activeren van voorkennis
WOORD 1
Welk woord wordt hier bedoeld?




Slide 2 - Slide

Woorden uitleggen
WOORD 1
Bewering = een verklaring, een mening

Maak een zin met het woord  bewering.
Hij beweert dat hij morgen vrij is.
Welke bewering is waar? persoon A heeft gelijk of persoon B heeft gelijk?






timer
1:00

Slide 3 - Slide

Herhalen en inoefenen (verschillende werkvormen (zie doc)
WOORD 1


Bedenk minimaal 2 synoniemen voor het woord aanwijzing.
gebruiksaanwijzing, instructie.


timer
2:00

Slide 4 - Slide

Activeren van voorkennis
WOORD 2
Welk woord wordt hier bedoeld?




Slide 5 - Slide

Woorden uitleggen
WOORD 2
Bezighouden met = tijd en aandacht besteden aan iets.


Maak een zin met het woord  bezighouden met.
Ik houd me bezig met het repareren van mijn fiets.
Zij houdt zich bezig met het roddelen over anderen.












timer
1:00

Slide 6 - Slide

Herhalen en inoefenen (verschillende werkvormen (zie doc)
WOORD 2
Bedenk minimaal 2 synoniemen voor het woord ACTIEF.




Maak een acrostichon met het woord.

Slide 7 - Slide

Controleren
zie volgende dia

Slide 8 - Slide

WOORD 1

Slide 9 - Mind map

WOORD 2

Slide 10 - Mind map

definitie van woord 1
A
woord 1
B
woord 2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

definitie van woord 2
A
woord 1
B
woord 2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Maak een zin met het volgende woord

Slide 13 - Slide