haben sein

lesdoelen
Op het einde van de les(sen) kun je de hulpwerkwoorden haben/sein vervoegen in de tegenwoordige tijd
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

lesdoelen
Op het einde van de les(sen) kun je de hulpwerkwoorden haben/sein vervoegen in de tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

haben und sein
Hebben
Zijn
Haben
Sein

Slide 2 - Drag question

haben / sein 

Slide 3 - Slide

Verschiedene Arten von Verben
  • zwakke werkwoorden (wohnen-wohnte-gewohnt)
  • sterke werkwoorden (gehen-ging-gegangen) 
  • onregelmatige werkwoorden (haben, sein, werden)
  • modale (hulp-)werkwoorden 

Slide 4 - Slide

Grammatik: haben sein

Slide 5 - Slide

Haben und Sein

Slide 6 - Slide

haben und sein

Slide 7 - Slide

Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 8 - Drag question

Meine Mutter ............ 40 Jahre alt.
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 9 - Open question

Warum .......... du jetzt in Hamburg?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 10 - Open question

Mein Freund ............. ein Haus
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 11 - Open question

Was ............ deine Handynummer ?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 12 - Open question

haben en sein zijn belangrijk. Waarom?
A
ze komen vaak voor
B
ze zijn makkelijk
C
het zijn zwakke werkwoorden
D
het zijn hulpwerkwoorden

Slide 13 - Quiz

haben en sein zijn regelmatige werkwoorden
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 15 - Drag question

Wurfelspiel
Uitleg
1e worp
i d e w i s
1 2 3 4 5 6 (aantal stippen)

2e worp
even = haben
oneven = sein

Slide 16 - Slide

https://onlinedobbelsteen.nl/
in tweetallen 
10 minuten
1 iemand gooit / samen de woorden opschrijven
bijvoorbeeld 1e dobbelsteen 2 2e dobbelsteen 3 (Er ist)
als het antwoord goed is krijgen beide een punt!

Slide 17 - Slide

Huiswerk 
nu maken 19 tm 22 (bladzijde 44)
daarna samen nakijken

23 tm 27 als huiswerk

Slide 18 - Slide