2.4 Bevruchting en zwangerschap

• biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Thema 2 Voortplanting en ontwikkeling

1.  Voortplantingsstelsel man
2. Voortplantingsstelsel vrouw
3. Veranderingen in de puberteit
4. Bevruchting en zwangerschap
5. Geboorte
6. Veilig vrijen
7. Seksualiteit
8. Erfelijkheidsonderzoek

Lesdoelen

1. Je kunt beschrijven welke veranderingen er in de vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting

2. Je kunt de verschillen in functie zaadcellen en eicellen noemen

3. Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven

4. Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan

Verschil zaad en eicellen

Eicel kan 12-24 uur in leven blijven

Zaadcel kan 3 dagen in leven blijven

1 Er is een eicel vrijgekomen in de eileider

2 De eicel is omringd door zaadcellen.

3 De kop (kern) van een zaadcel dringt de eicel binnen.

4 De kernen versmelten (bevruchting).

Bevruchting

5-12 dagen

hCG-> gele lichaam blijft in stand

Zwanger

Innesteling

Het duurt 5-12 dagen voordat het klompje cellen in de baarmoeder aankomt

Vanaf innesteling maakt embryo HCG aan. HCG houdt het gele lichaam in stand

Maken opdrachten

Opdrachten 1, 6, 7 en 9

Placenta bestaat uit weefsel moeder en weefsel embryo. 

Weefsel embryo uit placenta maakt HCG aan

ontwikkeling placenta

Embryo met vruchtvliezen en placenta

ziekteverwekkers, alcohol, drugs en geneesmiddelen kunnen door wand bloedvaten heen 

Bloed moeder en bloed embryo blijven gescheiden van elkaar

Vruchtwater: bescherming uitdroging en stoten en zorgt voor constante temperatuur

Navelstreng met drie bloedvaten

Embryo vanaf 3e maand wordt foetus genoemd, alle organen zijn gevormd

Vruchtwater: bescherming tegen uitdroging, stoten en zorgt voor een contante temperatuur

Tweelingen

Oefenen

Malmberg maken alle opdrachten van 2.4

Volgende les

1.5 Bevruchting en embryonale ontwikkeling