Economisch bekeken - H1.2. Zakgeld vergelijken (B) en H1.2. Inkomsten vergelijken (K)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 2

Welkom klas 2k2

• Ga zitten volgens de plattegrond
• Wacht in stilte tot dat de les begint

Wat gaan we doen ?

• uitleg procenten
• Opgaven maken
• 
  

Wat gaan we doen

Rekenen met procenten ( voorbeelden)

Aan de slag met procenten

Afsluiting

Afronden %

Procenten= afronden op 1 decimaal

Uitkomst 8,438 % = 8,4 % ( je kijkt dus naar het 2e decimaal)

Uitkomst 8,452 %= 8,5 % (je kijkt dus naar het 2e decimaal)

Geld bedragen afronden

Uitkomst 6,5 word € 6,50 ( Altijd op 2 decimalen met een euro teken.)

Uitkomst 6,537 Wordt € 6,54 ( Op centen nauwkeurig

Voorbeeld

Formule: Bedrag:100x Percentage

v.b.

een broek kost € 35,-. Je krijgt 15% korting. Hoeveel korting krijg je:

35 : 100 = 0,35

0,35 x 15 = € 5,25

Vraag

De winst van een bedrijf was € 125.000 en is met 12% gestegen. Hoeveel wordt de winst nu?

Berekening

125.000 : 100 = 1.250 %

1.250 x 12 = 15.000, dus de winst is met 15.000 gestegen

De winst is nu geworden €125.000 + €15.000 = €140.000

Wat: waarvan X 100

Hoeveel % is € 700 van € 2100,-

700:2100 x 100 = 33,33= 33,3 % 

Aan de slag

Maak de opgaven van les 2 ( schrijf de berekening op)

Je mag overleggen op fluistertoon

Klaar ? Laat het mij zien

Daarna iets voor jezelf

Planning rekenboekje 

Ma 18 november : Omrekenen week maand Jaar en kalender maken.

Vr   22 november : Procenten deel 1 

Ma 25 november: Procenten deel 2

Vr 29  november : Herhalingsles/ voorbereidingstoets

Ma 2 december:  Rekentoets ( telt 0,5 mee)

Tot aan kerstvakantie  praktische  opdracht (telt 0,5 mee)

Rekenen

Aan het eind van deze paragraaf kun je:

• inkomsten met elkaar vergelijken.
• een bedrag omrekenen van een maand naar een jaar.
• een bedrag omrekenen van een week naar een jaar.
• een bedrag omrekenen van maand naar week.
• een bedrag omrekenen van week naar maand.
• een bedrag omreken van een dag naar een jaar. *
• een bedrag omreken van een dag naar een maand. *
  

Wat gaan we leren?

Is €5,- per week hetzelfde als €20,- per maand?

Ja

Nee

Inkomsten en uitgaven hebben vaak een bepaalde regelmaat:

• per week
• per 4 weken
  
• per maand
• per kwartaal (3 maanden)
  
• per jaar.
  
  

Je kunt inkomsten en uitgaven alleen vergelijken als ze over dezelfde periode gaan, bijv. over een week of of over een maand.

Hoe vaak krijg je salaris?

• Iedereen schrijf dit op in je schrift of boek op blz 70

Een jaar heeft _____ dagen!
Een jaar heeft _____ weken!
Een jaar heeft _____ kwartalen!
Een jaar heeft _____ maanden!
Een week heeft _____ dagen!

Hoeveel dagen heeft een jaar?

Antwoorden

Een jaar heeft 365 dagen!
Een jaar heeft 52 weken!
Een jaar heeft 4 kwartalen!
Een jaar heeft 12 maanden!
Een week heeft 7 dagen!

1 maand

4 weken

Van maand naar jaar
Maandbedrag x 12  =
Week naar jaar
Weekbedrag x 52 =
Maand naar week
Maandbedrag x 12 : 52 =
Week naar maand
Weekbedrag x 52 : 12 =

Inkomsten omrekenen (Formules)

Inkomsten omrekenen (Schema)

VRAGEN?

Aan de slag !

Wat ? Maak de vragen 1 t/m 10

Hoe ? Voor jezelf in stilte

Klaar ? Gezamenlijk nakijken

3 D Agenda maken

• 3 D agenda maken
• Kijk na de uitleg
• Maak de 3D agenda 

OPDRACHTEN

• opdracht 1 t/m 5 en  8,9,11,12
• Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!
  
  
  
  

Rood = Zelfstandig en stil werken. 

Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan

Groen = Praten

Huiswerk voor de volgende les:

• Basis: Maak de opgaven 1 t/m 34 op
   bladzijde 12 t/m 14 van werkboek 2A!
  
  
• Kader: Maak de opgaven 1 t/m 12 op
    bladzijde 12 t/m 15 van werkboek 2A!
  

Huiswerk

Wel

Dinsdag 3 december rekentoets

Bedankt en succes vandaag!