ABR5 24.11.23

• Anders
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

24.11.23

Planning

- Terugblik 

- 4.10 

- 4.11

- 4.12 

- Spel

Terugblik 

- Vragen?

4.10 

- Nieuwe woorden (blz. 136)

4.10

Nieuwe woorden: (blz. 136)

- Betalen

- Euro

- Verschillende

- Briefjes

- Munten

4.10

Nieuwe woorden: 

- Gebruiken

- Cent

- Bedrag

- Kosten

- Bijna

4.10 

- Samen opdr. 69

- Zelf 70 + 71 + 74

- Samen 72 

- Luisteren 73 samen 

- In 2/3-tallen 76 

4.11 

- Vragen maken (blz. 139 + 140)

- Wat valt je op?

4.11 

Stappenplan: 

1. Begin de zin met een vraagwoord (blz. 132) of werkwoord.

2. Het vraagwoord staat vooraan/ Het werkwoord staat vooraan

* Wanneer ga je naar school?

*Ga je vandaag naar school?

3. Volgorde:

Volgorde bij het beginnen met een werkwoord: werkwoord - wie of wat - rest

Volgorde bij het beginnen met een vraagwoord: vraagwoord - werkwoord - wie/wat - rest

4. De vraag eindig je altijd met een vraagteken. 

5. Een antwoord begint altijd met ja of nee. 

4.11

Let op!!

- Maak je een vraag met jij/je? Dan gebruik je de ik-vorm.

Voorbeeld:

Jij leest een boek --> Lees jij een boek? 

Je vindt -- Vind je/jij?

Oefenen

Klopt de zin? 

1. Ik ga morgen naar de stad?

2. Waarom is het brood uitverkocht?

3. Boeken jij leest graag?

4. Is wie de president van Amerika? 

5. Maak je je huiswerk altijd? 

4.11 

- Samen 79

- Zelf 80, 81 

4.12 

Nieuwe woorden (blz. 141)

- Verkoper

- Druiven

- Kilo

- Duur

- Pond 

- Alstublieft 

4.12 

Nieuwe woorden:

- Anders / nog / iets / ?/ Anders nog iets?

- Komkommers

- Terug

- Fijn(e)

- Helft

- Ons 

4.12 

- 84 + 85 zelf

- Bespreken 

- 86 + 89 samen 

- 87, 88 zelf

- Bespreken

- 90 samen

--> Gesprek klaar? ''Maak'' zelf een nieuw gesprek met andere woorden!

Spel

- Galgje blauwe woorden thema 4 

Afsluiting

- Huiswerk: 4.10, 4.11, 4.12