Havo 3 23-24 boekverfilmingen

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De docent heeft (berekenen) of er een verschil is tussen haar klassen.
A
berekenen
B
berekendt
C
berekende
D
berekend

Slide 3 - Quiz

Alle dierentuinen moeten dicht en van de Nederlandse leeuwen (houden) Nederland slechts twintig procent over.
A
houd
B
houden
C
houdt
D
houdden

Slide 4 - Quiz

Hij (livestreamen vt) zijn presentatie via Facebook.
A
livestreamen
B
livestreamde
C
livestreamt
D
livestreamden

Slide 5 - Quiz

Ik maakte mijn schoolwerk maar toen (crashen vt) m'n laptop en was ik alles kwijt.
A
crashde
B
crashden
C
crashtte
D
crashte

Slide 6 - Quiz

Zij werd vooral bekend door de Netflixserie 'Emily in Paris' die in 2020 werd (publiceren).
A
publiceerde
B
gepubliceert
C
gepubliceerdt
D
gepubliceerd

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Welke uitspraak is waar?
A
In een bijzin staat altijd een ander zinsdeel tussen onderwerp en persoonsvorm.
B
In een bijzin staat de persoonsvorm vaak op de eerste of tweede plaats.
C
Een samengestelde zin bevat meer dan één persoonsvorm.

Slide 9 - Quiz

Is het stuk tussen " een hoofdzin of bijzin?

De zwarte lijntjes in de deur van een magnetron zitten er niet voor niets, "want dit metalen gaas houdt de microgolven binnen"
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 10 - Quiz

Is het stuk tussen " een hoofdzin of bijzin?

Het begon als grap in 1998, "maar sindsdien verbouwt Google regelmatig zijn logo tot ware kunstwerkjes."
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste structuur van deze zin?

Yorick moet zich haasten, maar de trein van tien over zeven redt hij nog net.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin+ hoofdzin

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste structuur van deze zin?

Toen er duiven in haar tuin broedden, heeft Masha elke dag een foto van het nest gemaakt.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin+ hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

De heer Van Kleef is verbaasd over jouw voorstel.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quiz

Er moeten meer vrouw in topfuncties komen.

A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 16 - Quiz

Mijn ouders zijn in Parijs geweest.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Waar wil je nog wat uitleg over?
werkwoordspelling
andere dingen van spelling
grammatica
niet per se over één onderdeel
over alles

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Slide

Gebruik het bestandje op de Spelo!

Slide 22 - Slide

Hoeveel hoofdpersonen heeft jouw boek? Van welk vertelperspectief is er sprake?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Welke beoordelingswoorden passen bij jouw boek? Waarom?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

1
2
3
4
5
Welk fragment is dat? 
Hand omhoog als je het weet!

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

0

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Wat voor personage is de hoofdpersoon?

Slide 44 - Open question

Wat is de sfeer van de film?

Slide 45 - Open question

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide