1.3 de prijzen rijzen de pan uit!

De prijzen rijzen de pan uit!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De prijzen rijzen de pan uit!

Slide 1 - Slide

voorbereiding
pak je:
boek en schriften
rekenmachine en je pen

Slide 2 - Slide

de planning 4Ga
19 - 20 sept paragraaf 1.2                        10 - 14 oktober paragraaf 2.3
 rekenen groeifactor                                   paragraaf 2.4 rekenen
 paragraaf 1.3                                                 17 - 21 oktober herhalen - rekenen   
26 - 30 sept paragraaf 1.4                        24 - 28 oktober Herfstvakantie
 rekenen                                                           31 okt - 4 november herhalen - rekenen   
3 - 7 oktober paragraaf 2.1                       7- 11 november tentamenweek 1 hoofdstuk 1 en 2
 paragraaf 2.2
 rekenen 

Slide 3 - Slide

wat gaan we vandaag doen
Inflatie
koopkracht
inkomen
prijscompensatie
procentuele verandering 

Slide 4 - Slide

hoe zat het ook alweer?
  • waar hebben we het de vorige les over gehad?
  • waarom was dat zo belangrijk?
  • wat geeft de lorentzcurve aan?
  • Wat is bnp en wat zegt dat precies?
  • wat is nominaal inkomen en wat zegt dat precies?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

welke economische begrippen heb je gehoord in het filmpje

Slide 7 - Open question

koopkracht
Blz 18  van je boek
Koopkracht is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen

Slide 8 - Slide

Inflatie
blz 19 van je boek.
Inflatie is een algemene prijsstijging van goederen en diensten.
gevolg =  geld wordt minder waard en koopkracht daalt

Slide 9 - Slide

wat hebben inflatie en koopkracht met elkaar te maken?

Slide 10 - Open question

nominaal inkomen en reëel inkomen
inflatie heeft dus invloed op de koopkracht (hoeveel goederen en diensten er gekocht kunnen worden van je inkomen) 

Je inkomen is nominaal = wat je verdient in euro's 
je inkomen is reëel = als je inkomen rekening houdt met de inflatie. Hoe doe je dat?

Slide 11 - Slide

reëel inkomen
voorbeeld uit je boek blz 19
je nominale inkomen stijgt met 5% en er is een inflatie van 3% = dan ga je er 2% op vooruit met de koopkracht(inflatie is lager dan de stijging) 
berekening=
nominale % - inflatie% = reëel verandering%

Slide 12 - Slide

hoe zit dat nu dan? de inflatie is 14% de lonen stijgen 5% reken het uit

Slide 13 - Open question

prijscompensatie
we hebben net in een voorbeeld gezien wat het effect is als de lonen niet meestijgen met de inflatie = koopkracht daalt.
Dit heeft wee economische gevolgen als de vraag afneemt doordat er minder gekocht wordt. Om de daling van de koopkracht tegen te houden = prijscompensatie blz 20 van je boek
Prijscompensatie = lonen stijgen mee met de prijzen

Slide 14 - Slide

prijscompensatie en inflatie
Gevolgen inflatie = daling koopkracht, vraag neemt af naar producten en diensten.

Gevolgen prijscompensatie = stijging lonen zijn extra kosten voor de bedrijven, dit kan prijsstijging veroorzaken, inflatie blijft door loon-prijsspiraal instant

Slide 15 - Slide

weten we het nog?
Procentuele verandering uitrekenen:
nieuw - oud / oud x 100%

Daar komt deze bij:
nominale verandering% - inflatie% = reële verandering in %

Slide 16 - Slide

herhaling: wat is inflatie, koopkracht, prijscompensatie?

Slide 17 - Open question

aan de slag! in groepjes!
maak van je boek blz 19 en 20 en 30
rekenopgaves 6.7.8.9 van blz 32

wat je niet af hebt is huiswerk voor morgen
help elkaar of vraag hulp als je iets niet snapt!
timer
1:00

Slide 18 - Slide

afsluiten van de les
vraag: waar heb je nog extra hulp bij nodig?
vraag: wat ging goed vandaag?

voor morgen hebben we paragraaf 1.4 en bespreken de opgaves! 

Tot morgen!

Slide 19 - Slide