Controle vragen

Controle vragen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Controle vragen

Slide 1 - Slide

dictatuur hoort bij
A
kapitalisme
B
communisme

Slide 2 - Quiz

vrijemarkteconomie hoort bij
A
kapitalisme
B
communisme

Slide 3 - Quiz

Berlijn hoort bij
A
communisme
B
kapitalisme
C
beide

Slide 4 - Quiz

Wat bedoelen we met de term Koude oorlog?

Slide 5 - Open question

planeconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme

Slide 6 - Quiz

Navo hoort bij
A
communisme
B
kapitalisme

Slide 7 - Quiz

Kapitalisme
Communisme
BRD
DDR

Slide 8 - Drag question

Communisme
Kapitalisme

Slide 9 - Drag question

Communisme of kapitalisme?
communisme
kapitalisme
gelijkheid
individualisme
BRD
NAVO
DDR
Hongarije
China
Nederland

Slide 10 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste chronologische volgorde.
Stalin en Hitler sluiten een verbond.
De Sovjet-Unie en de Verenigde Staten vechten samen tegen Duitsland.

Oprichting van de Verenigde Naties.
Oprichting van de NAVO.
Oprichting van het Warschaupact.

Slide 11 - Drag question

Welke twee zinnen zijn juist?
De Verenigde Naties maken afspraken om wereldproblemen op te lossen.
De Verenigde Naties willen dat arme landen de wereldproblemen oplossen.
Mensen over de hele wereld hebben steeds minder contact met elkaar.
Steeds meer mensen over de hele wereld hebben contact met elkaar.
Deze is juist
Deze is juist

Slide 12 - Drag question

Waarom besloten de VS en SU om tijdens de Tweede Wereldoorlog met elkaar samen te werken?
A
Omdat de VS een grote kans zag voor een nieuwe afzetmarkt
B
Omdat zij een gezamenlijke vijand hadden: Groot-Britannie
C
Omdat zij een gezamenlijke vijand hadden: Duitsland
D
Omdat de SU Alaska aan de VS had verkocht

Slide 13 - Quiz

Wat werd er op februari 1945 bepaald op de Conferentie van Jalta?
A
Wat er moest gebeuren met Duitsland na de oorlog
B
Hoe de VS en de SU samen Europa zouden veroveren
C
Hoe de VS en SU zich na de oorlog zouden terugtrekken uit Europa
D
Hoe Europa er na de Tweede Wereldoorlog eruit moest zien

Slide 14 - Quiz

In hoeveel bezettingszones werd Duitsland na de oorlog verdeeld?
A
4: Nederland, GB, SU en VS
B
4: Frankrijk, GB, SU en VS
C
3: GB, SU en VS
D
3: Polen, SU en VS

Slide 15 - Quiz

Welke Duitse stad werd ook in 4 bezettingszones verdeeld:
A
Munchen
B
Neurenberg
C
Berlijn
D
Dortmund

Slide 16 - Quiz




Franklin Delano Roosevelt
President van de Verenigde Staten
Jozef Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
Winston Churchill
Minister-President van Groot-Brittannië

Slide 17 - Slide

De Koude Oorlog tussen de VS en de SU werd indirect bevochten. Wat word daarmee bedoeld?
A
De VS en SU waren in oorlog, maar beloofden elkaar om geen kruisraketten te gebruiken
B
Er werd gevochten in andere landen, maar niet in de VS of SU zelf
C
De SU en VS sturen hun bondgenoten erop aan om elkaar te bevechten
D
Dat zowel de SU en VS elkaar niet durfden te aanvallen omdat andere landen zoals Duitsland een comeback konden maken

Slide 18 - Quiz

Wat is de belangrijkste reden waarom de Koude Oorlog niet direct werd bevochten?
A
Omdat andere landen zoals Italie, Duitsland, GB etc. hier een stokje voor staken
B
Omdat de burgerbevolking van beide landen hier fel op tegen was
C
Als de Koude Oorlog direct werd bevochten dan was de VS en de SU van de wereldkaart afgeblazen
D
Omdat uit een directe oorlog geen duidelijke winnaar zou treden

Slide 19 - Quiz

Na 1945 werd Europa in twee delen gedeeld:
A
Het communistische westen en het kapitalistische oosten
B
Europa werd verdeeld tussen Duitsland en Italië
C
Het westen werd Amerikaans grondgebied en het oosten van de Sovjet-Unie
D
Het communistische oosten en het kapitalistische westen

Slide 20 - Quiz

Waarom kreeg het conflict tussen de VS en SU de naam ´Koude Oorlog´
A
Omdat het geen ´hete directe´ oorlog was tussen de twee landen
B
In de 20ste eeuw bevond de wereld zich in een mini-ijstijd
C
Omdat het in de SU en VS heel koud kan zijn
D
Omdat er gevreesd werd voor de gevolgen: een nucleaire winter

Slide 21 - Quiz

De VS is:
A
Communistisch
B
Kapitalistisch

Slide 22 - Quiz

De SU was:
A
Communistisch
B
Kapitalistisch

Slide 23 - Quiz


Wat wil het communisme?
A
Een samenleving waarin er geen eigen bezit is en waar iedereen gelijkwaardig is.
B
Een samenleving waarin er wel eigen bezit is en waar iedereen gelijkwaardig is.
C
Een samenleving waarin er één sterke leider is en er geen eigen bezit is.
D
Een samenleving waarin er één sterke leider is en waar wel eigen bezit is.

Slide 24 - Quiz

Wat is kapitalisme?
A
Het streven naar zoveel mogelijk winst
B
Het streven naar zoveel mogelijk kolonies
C
Het streven naar zoveel mogelijk macht
D
Het opslaan van producten

Slide 25 - Quiz

Wat is het Marshallplan?
A
Amerikaans steun-programma voor kapitalistische landen
B
Plan om de Sovjetunie aan te vallen
C
Steunpakket van SU voor de satellietlanden
D
Steunpakket voor Oostbloklanden van de VS

Slide 26 - Quiz

Wat is de trumandoctrine?
A
Idee dat men de communistische invloed moest indammen
B
Idee dat men W-Europa financiële hulp moest geven
C
Idee dat er geen verenigd Duitsland meer mocht zijn
D
Idee dat men meer kernwapens moest ontwikkelen als afschrik

Slide 27 - Quiz

Blokkade Berlijn
Berlijnse Muur
1948
 1961

Slide 28 - Drag question

IJzeren Gordijn

Berlijnse Muur

Slide 29 - Drag question

Berlijnse Blokkade
Berlijnse Muur

Slide 30 - Drag question

Oostblok
Westblok
IJzeren Gordijn
Berlijnse Muur

Slide 31 - Drag question

Verenigde Staten
SovjetUnie
Blokkade van Berlijn
containment
Stalin
Blokkade van Berlijn
BRD
DDR
Stasi
Parlementaire democratie
welvaart
NAVO
planeconomie
Chroesjtsjov

Slide 32 - Drag question

1955
1961
1949
1948
De bouw van de Berlijnse muur.
De Blokkade van Berlijn
De oprichting van de NAVO
De oprichting van het Warschaupact

Slide 33 - Drag question

Blokkade van Berlijn
1948
1961
D-Mark
Kennedy
oprichting BRD/DDR
Stalin
luchtbrug
roep om democratie

Slide 34 - Drag question