Daar wordt aan de deur geklopt door Johann Nepomuk Hummel die in Oostenrijk woonde in de 17e eeuw: Oh du lieber Augustin.
Het verhaal achter deze bekende melodie: In 1679 werd Wenen getroffen door de pest. Augustin was een zanger en doedelzakspeler die langs de herbergen van de stad ging om te zingen voor publiek. Volgens een legende viel hij op een avond dronken in slaap in een goot. Hij werd aangezien voor een overleden slachtoffer van de pest door de grafdelvers die door de stad liepen op zoek naar dode lichamen. Ze pakten hem op en gooiden hem, samen met zijn doedelzak, in een massagraf. Toen Augustin de volgende dag wakker werd, kon hij niet uit het diepe graf klimmen. Na een tijdje begon hij op zijn doedelzak te spelen. Eindelijk hoorden mensen hem en werd hij gered. Gelukkig bleef hij gezond ondanks dat hij met de besmette dode lichamen had geslapen. Augustin werd een symbool van hoop voor de Weense bevolking.