14. Je legt uit wat leven in een groep betekent voor de overlevingskansen van een dier
15. Je beschrijft cultuurvorming en rolpatronen
16. Je beschrijft inzicht en inlevingsvermogen bij mensapen en mensen
17. Je beschrijft de rol die waarden en normen spelen bij het moreel bewustzijn van mensen.
Inzicht, inlevingsvermogen, empathie, waarde, normen.