57 herhaling

57 herhaling
opsomming, tegenstelling, tijd, oorzaak-gevolg, doel-middel, voorbeeld, verduidelijking-conclusie-voorwaarde


FICTIEDOSSIER IN MAGISTER!!
NIET VIA DE MAIL!!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

57 herhaling
opsomming, tegenstelling, tijd, oorzaak-gevolg, doel-middel, voorbeeld, verduidelijking-conclusie-voorwaarde


FICTIEDOSSIER IN MAGISTER!!
NIET VIA DE MAIL!!

Slide 1 - Slide

           Vandaag leer je dat:
  • je tekstverbanden kunt herkennen in teksten.
  • je ontbrekende signaalwoorden aan een tekst kunt toevoegen.

Slide 2 - Slide

Waarom?
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst kun je de tekst beter begrijpen en bestuderen. 
Je kunt verbanden vaak herkennen aan ................
tekstverband

Slide 3 - Slide

Waarom?
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst kun je de tekst beter begrijpen en bestuderen. 
Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden.
tekstverband

Slide 4 - Slide

Tijd
Opsommend
Reden
Tegenstellend

Tekstverband:

Slide 5 - Slide

Welke signaalwoorden heb je gevonden in de tekst?

Slide 6 - Mind map

Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband

tegenover, toch, echter
zo, als, zoals, neem nou
en, verder, bovendien
nadat, terwijl, om te beginnen

Slide 7 - Drag question

Tekstverbanden en signaalwoorden








tekstverband
signaalwoorden
chronologisch
later, voordat, nadat, ...
opsommend
ten eerste, en, ook, bovendien, .....
tegenstellend
maar, toch, echter, hoewel, ......
toelichtend
bijvoorbeeld, zo, neem nou, .....

Slide 8 - Slide

Wat zijn de verbindingswoorden in de volgende zinnen?

Slide 9 - Slide

Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, zo zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen.

Slide 10 - Open question

Mira is gek op allerlei onderdelen van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld spelling.

Slide 11 - Open question

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.

Slide 12 - Open question

Vul het ontbrekende signaalwoord in:
De juf Nederlands wil graag naar school, ..... vandaag mag dat nog niet.
A
maar
B
binnenkort
C
bovendien
D
bijvoorbeeld

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide