3 en 4 politieke partijen en verkiezingen

paragraaf 3 en 4: politieke partijen en verkiezingen
wat gaan we doen?

uitleg  stof parag


1 / 45
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

paragraaf 3 en 4: politieke partijen en verkiezingen
wat gaan we doen?

uitleg  stof parag


Slide 1 - Slide


belangen groep/ pressie groep
- 1 punt
- willen politieke invloed geen macht
- doen niet mee aan verkiezingen

politieke partij
- meerdere ideeën
- willen politieke macht
- doen mee aan verkiezingen
- vertegenwoordigers in politieke organen

Slide 2 - Slide

De rol van de politieke partijen
  • Brengen hun standpunten naar voren over zaken die op de politieke agenda (komen te) staan.
  • Vertegenwoordigen belangen van maatschappelijke organisaties en groepen in de maatschappij.
  • Leveren mensen voor politieke functies, zoals burgemeesters en ministers
  • Beïnvloeden mensen in politieke functies.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

aan het werk
de anderhalve week taak 
- maak 3 en 4

Slide 30 - Slide

4. Verkiezingen

wat gaan we doen?
vragen bespreken.
uitleg 
- wie hebben kiesrecht?
- strijd om de kiezer
- de campagne
- leven we in een mediecratie

Slide 31 - Slide

Wanneer 

verkiezingen?


  • Elke 4 jaar


  • Na een kabinetsval (alleen landelijk)


  • Na gemeentelijke herindeling(alleen gemeente)

Slide 32 - Slide

We kunnen in Nederland op verschillende zaken stemmen:
- Het Europees Parlement
- De Tweede Kamer
- De Provinciale Staten
- De gemeenteraad
- De Waterschappen
We kennen in Nederland passief en actief kiesrecht. 

Wat is het verschil?
Actief kiesrecht is het gaan stemmen
Passief kiesrecht is zelf op een kieslijst staan

Slide 33 - Slide

De zwevende kiezer: kiezers die niet elke verkiezing op dezelfde partij stemmen

Slide 34 - Slide

Mediacratie?
  • Beïnvloeden opiniepeilingen het stemgedrag?
  • Niet alle partijen worden uitgenodigd in verkiezingsdebatten of praatprogramma's.

video rol van spin en de media op de politiek

Slide 35 - Slide

Waarom stem je op een partij?
- De standpunten
- Jouw belangen
- Strategisch
- Lijsttrekker

Slide 36 - Slide

Districtenstelsel vs evenredige vertegenwoordiging

Slide 37 - Slide


Slide 38 - Slide

Voordelen van evenredige vertegenwoordiging

  • Alle (geldige) stemmen tellen

  • Ook kleine partijen hebben meer kans

  • Meer kleine partijen, meer overleg nodig: grote partijen kunnen dus soms niet zonder kleine partijen

Slide 39 - Slide

Nadelen van evenredige vertegenwoordiging
  • Vaak alleen nummer 1 van de lijst (de lijsttreker) is bekend

  • Vaak veel kandidaten uit de Randstad. Mensen in de provincie voelen zich niet serieus genomen

  • Veel kleinere partijen (versplintering)

Slide 40 - Slide

kiesdeler
kiesdeler = De hoeveelheid stemmen die een partij nodig heeft voor één zetel

voorbeeld: Stel, in een gemeente telt de gemeenteraad 30 zetels. In die gemeente mogen 30.000 mensen stemmen; 18.000 mensen gaan daadwerkelijk stemmen.
Reken de kiesdeler uit.

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

timer
3:00
op welke partij
stem jij?

Slide 43 - Mind map

Slide 44 - Link

aan het werk
week taak:
paragraaf 3 en 4 af


Slide 45 - Slide