Krampus

1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les:
- Je leert de verschillen kennen tussen Sinterklaas in Nederland en in Duitsland en Oostenrijk
- Je traint je kijk- en luistervaardigheid in het Duits
- Je leert een aantal nieuwe woorden in het Duits 
rondom het thema Sinterklaas.

Slide 3 - Slide

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach(=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen. 
Es gibt aber auch einen großen Unterschied! In den Niederlanden hilft Peter dem Nikolaus. In Deutschland und Österreich spielen teuflische (duivelse) Wesen die Rolle des Helfers.

Slide 4 - Slide

Nikolaus wird in Deutschland gefeiert am
A
4.Dezember
B
5. Dezember
C
6.Dezember
D
7. Dezember

Slide 5 - Quiz

Es gibt wenig Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland.
A
richtig
B
falsch

Slide 6 - Quiz

In Deutschland stellen Kinder auch ihre Schuhe um Geschenken zu bekommen.
A
richtig
B
falsch

Slide 7 - Quiz

In Deutschland und Österreich helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.
A
richtig
B
falsch

Slide 8 - Quiz

2

Slide 9 - Video

00:56
Waar komt de Nikolaus-Stiefel (schoen) vandaan?
A
Mensen zetten vroeger hun schoenen buiten en dat leek Nikolaus een mooie gelegenheid om er wat in te doen.
B
Een arme man moest op een gegeven moment zijn dochters prostitueren omdat ze geen geld hadden, daarom stopte Nikolaus goud in de schoen
C
Nikolaus had zelf een paar grote schoenen waar heel veel in pastte. Hij zette dan zijn schoen gevuld met goud aan de deuren.

Slide 10 - Quiz

01:09
Wat heeft Ruprecht met het verhaal van Nikolaus te maken?
A
Niets, hij werd er bijgehaald om boos en goed te vertolken.
B
Veel, Ruprecht was de vriend van Nikolaus
C
Niets, Ruprecht stal het geld uit de schoenen

Slide 11 - Quiz

4

Slide 12 - Video

00:33
Wat gebeurt er voordat ze de huizen en boerderijen gaan bezoeken?
A
Ze geven de boerin wijwater
B
Ze bidden
C
Ze drinken een borrel
D
Ze bidden en worden met wijwater gezegend

Slide 13 - Quiz

01:34
Met hoeveel personen gebeurt het inpakken van iemand in stro?
A
5
B
2
C
3
D
1

Slide 14 - Quiz

01:43
Wie lange dauert (duurt) das Einbinden?

Slide 15 - Open question

02:55
Hoe heten de maskers die opgezet worden?
A
Larven
B
Masken
C
Fliege
D
Bremse

Slide 16 - Quiz

0

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

En zo gaat het er dan aan toe bij een huisbezoek....

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Schokolade
Mandarinen
der Nikolaus
der Sack
die Rute
das Geschenk
der Dezember

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video