kader periode 1 les 4.

kader periode 1 les 4
suikerspiegel
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

kader periode 1 les 4
suikerspiegel

Slide 1 - Slide

planning
  • terugblik
  • leerdoel deze les
  • uitleg
  • aan de slag
  • afsluiting

Slide 2 - Slide

Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Om verbranding mogelijk te maken zijn verschillende orgaanstelsels nodig. Waarom is het verteringstelsel nodig?
A
Voor de opname van zuurstof in het bloed
B
Voor het vervoeren van zuurstof door het lichaam
C
Voor de opnamen van glucose in het bloed

Slide 4 - Quiz

De longen zorgen voor de zuurstof-opname. Deze zuurstof komt daarna in;
A
Het bloed.
B
De urine.
C
Het voedsel.
D
De uitwerpselen

Slide 5 - Quiz


Profvoetballers trainen veel. Tijdens het trainen verliezen ze veel energie. Deze energie vullen ze na de training aan door een drankje te drinken met daarin veel glucose. De glucose wordt na opname in het bloed naar de lever vervoerd.

Waar in het bloed bevindt de glucose zich vooral?
A
in de bloedplaatjes
B
in de rode bloedcellen
C
in de witte bloedcellen
D
in het bloedplasma

Slide 6 - Quiz

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen

Slide 7 - Quiz

Glucose is de favoriete brandstof voor verbranding. Glucose is een....
A
Eiwit
B
Aminozuur
C
Koolhydraat
D
Sacharide

Slide 8 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt voor de opname van zuurstof?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel

Slide 9 - Quiz

leerdoel deze les
  • Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken zodat je cellen altijd genoeg glucose en zuurstof voor de verbranding hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed regelt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Insuline
  • Teveel glucose in je bloed

    --> Insuline .

  • Glucose-gehalte gaat omlaag.

Slide 12 - Slide

Glucagon
  • Te weinig glucose in bloed         
    --> Glucagon.

  • Glucose-gehalte gaat omhoog

Slide 13 - Slide

Regeling van bloedsuikerspiegel
Glucose wordt omgezet tot glycogeen door insuline
Glycogeen wordt omgezet tot glucose door glucagon





Insuline en glucagon worden aangemaakt in de alvleesklier

Slide 14 - Slide

Glucagon
  • Glucagon zet glycogeen weer om in glucose 
  • Glucosegehalte stijgt weer

Slide 15 - Slide

Welk hormoon zet bij een te laag glucosegehalte glycogeen om in glucose?
A
Adrenaline
B
Glycogeen
C
Glucagon
D
Insuline

Slide 16 - Quiz

Als het glucosegehalte van het bloed daalt, zetten levercellen glycogeen om in glucose. Het glucosegehalte van het bloed stijgt dan weer. Deze omzetting van glycogeen in glucose wordt geregeld door een hormoon dat gemaakt wordt in de eilandjes van Langerhans. Hoe heet dit hormoon?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
Insuline

Slide 17 - Quiz

Wat is adrenaline?
A
Een energiedrank
B
Een stresshormoon
C
Een drugssoort
D
Een batterijsoort

Slide 18 - Quiz

Wat doet het hormoon adrenaline?
A
Het maakt dat je slaperig wordt
B
Het maakt dat je alert wordt
C
Het maakt dat je vrolijk wordt
D
Het maakt dat je moet lachen

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
maken opdracht 17 t/m 23 (blz. 19)

Slide 20 - Slide

Wat is geen resultaat van adrenaline
A
Je hartslag gaat omhoog
B
Je pupillen worden groter
C
Er gaat minder bloed naar je darmen
D
Je krijgt meer honger

Slide 21 - Quiz

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 22 - Quiz

Adrenaline versnelt de reactie
timer
0:20
A
glucose -> glucagon
B
glucagon -> glucose
C
glucose -> glycogeen
D
glycogeen -> glucose

Slide 23 - Quiz

Door glucagon wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager

Slide 24 - Quiz

Insuline
Glucagon

Slide 25 - Drag question

Wat is het gevolg van die productie van glucagon?
A
Glucose wordt omgezet in glycogeen
B
Glycogeen wordt omgezet in glucose

Slide 26 - Quiz

Insuline
Glucagon

Slide 27 - Drag question