Ned: ik heb gedaan / hij heeft gespeeld/ wij hebben gezongen
Hoe: have / has + voltooid deelwoord
(has bij he, she, it)
I have played
she has bought
Hoe maak je een voltooid deelwoord:
regelmatige werkwoorden: + ed to walk - walked - walked
onregelmatige werkwoorden to buy - bought - bought