Intro H4 "Bidden, vechten, werken"

Bidden, vechten, werken
Hoofdstuk 4



Geschiedenis - Kader 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bidden, vechten, werken
Hoofdstuk 4



Geschiedenis - Kader 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van:
het einde van het Romeinse Rijk

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...kan je benoemen over welk tijdvak hoofdstuk 4 gaat. (R)
...weet je van wanneer tot wanneer de tijd van monniken en ridders duurde. (R)
...je kan benoemen dat dit tijdvak gaat over de vroege Middeleeuwen. (R)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tijd van monniken en ridders
OP het voorste plaatje (wit) zie je een helm van een ridder. Daarachter zie je een stukje van een klooster. Dat is een gebouw waar monniken wonen. Zij horen bij de christelijke kerk.
ridder
Iemand die in de middeleeuwen soldaat was van de koning of graaf. Vaak had een ridder een stukje land in leen. 
klooster
Gebouw waar monniken (m) en nonnen (v) wonen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij het woord:
RIDDER

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Waar denk je aan bij het woord:
MONNIK

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Waar denk je aan bij het woord:
KASTEEL

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Tijd van monniken en ridders
500 - 1000

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tijd van monniken en ridders
De tijd van monniken en ridders noemen we ook wel de vroege Middeleeuwen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet dit tijdvak?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van jagers en boeren
C
Tijd van monniken en ridders
D
Tijd van steden en staten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de naam van dit tijdvak?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Hoe wordt dit tijdvak ook wel genoemd?
A
De prehistorie
B
De vroege middeleeuwen
C
De late middeleeuwen
D
De oudheid

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een andere naam voor dit tijdvak?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Van wanneer tot wanneer duurde dit tijdvak?
A
Tot 3000 v.Chr.
B
Van 3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.
C
Van 1000 tot 1500
D
Van 500 tot 1000

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Van wanneer tot wanneer duurde dit tijdvak?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Welke woorden horen op de lege plekken?
Hoofdstuk 4 gaat over de tijd van .................................... Deze tijd is van het jaar ......... tot het jaar ............ 
We noemen deze tijd ook wel de ....................................
Het Romeinse Rijk bestond niet meer en het was .................... duidelijk wie de baas was. Overal in Europa werd gevochten, daarom was reizen erg ............................
Grieken en Romeinen
monniken en ridders
3000 v.Chr.
500
1000
vroege Middeleeuwen
late Middeleeuwen
wel
niet
veilig
gevaarlijk

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Waarom is de geschiedenis van de vroege middeleeuwen belangrijk?
  • Het grote keizerrijk van Karel de Grote viel uit elkaar, maar het Duitse deel bleef tot in de 19e eeuw bestaan.
  • De Franken hadden grote invloed op de verspreiding van het christendom. Dit heeft nog steeds invloed op de Europese cultuur.
  • De islam, een godsdienst die in deze tijd ontstond, is tegenwoordig een van de wereldgodsdiensten.
  • De adel wordt gevormd, die bestaat nu nog steeds.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bron 1: Archeologen vonden deze helm in Engeland. Ze denken dat de helm van een koning was die leefde rond het jaar 600.
archeoloog
Iemand die in de grond zoekt naar bronnen uit het verleden. Hij/zij graaft deze op.

Slide 18 - Slide

Laat de leerlingen nu vraag 2a en b maken. Bespreek deze na 3 minuten.
Bron 2: Een satelliet zweeft in de ruimte. Via satellieten sturen we berichten naar elkaar. Dat gebeurt in minder dan een seconde.
Bron 3: Monniken reisden rond. Ze namen dan vaak een brief voor iemand mee. Een bericht was in die tijd maanden onderweg. Afbeelding uit 1466.

Slide 19 - Slide

Maak met de leerlingen vraag 3c, d en e
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Over welk tijdvak gaat dit hoofdstuk?
A
Tijd van jagers en boeren, tot 3000 v.Chr.
B
Tijd van Grieken en Romeinen, 3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.
C
Tijd van monniken en ridders, 500 tot 1000.
D
Tijd van steden en staten, 1000 tot 1500.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt de periode van dit tijdvak genoemd?
A
Vroege middeleeuwen
B
Late middeleeuwen
C
Prehistorie
D
Oudheid

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke godsdienst ontstond in dit tijdvak?
A
Het christendom
B
De islam
C
Het jodendom
D
Het boeddhisme

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke godsdienst verspreide zich in Europa in dit tijdvak?
A
Het christendom
B
De islam
C
Het jodendom
D
Het boeddhisme

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Noem twee redenen waarom de geschiedenis van de vroege middeleeuwen belangrijk is?

Slide 26 - Open question

  • Het grote keizerrijk van Karel de Grote viel uit elkaar, maar het Duitse deel bleef tot in de 19e eeuw bestaan.
  • De Franken hadden grote invloed op de verspreiding van het christendom. Dit heeft nog steeds invloed op de Europese cultuur.
  • De islam, een godsdienst die in deze tijd ontstond, is tegenwoordig een van de wereldgodsdiensten.
  • De adel wordt gevormd, die bestaat nu nog steeds.