This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3.07 De werking van het hart.
Slide 1 - Slide
Eerst: terugblik
LessonUp quiz
Slide 2 - Slide
Wat is een lange termijn effect van alcohol
A
duizeligheid
B
zintuigen raken verdoofd
C
beschadiging van organen
D
knock-out gaan
Slide 3 - Quiz
Welke organen hebben veel last van alcoholgebruik?
A
hart, longen , lever
B
hart, nieren en lever
C
lever, nieren , hersenen
D
lever, hersenen,longen
Slide 4 - Quiz
Waarom hebben de hersenen veel last van alcoholgebruik?
A
omdat het alleen naar de hersenen gaat
B
omdat er veel hersenen zijn
C
omdat er veel bloedvaten in de hersenen zitten
Slide 5 - Quiz
Welke effecten horen bij alcohol, welke bij cannabis en welke bij beiden
Alcohol
Cannabis
Beiden
Verslavend
Kater
Coma
Vreetkicks
Slecht geheugen
Slide 6 - Drag question
DE WERKING VAN HET HART
Slide 7 - Slide
2MA
Donderdag 28/1
5de uur.
Heel Thema 3.
Woensdag 27/1 5de lesuur Oefentoets/vragen/leren
2MB
Donderdag 28/1
3de uur.
Heel Thema 3
Woensdag 27/1 6de lesuur
Oefentoets/vragen/leren
Volgende week Proefwerk!
Slide 8 - Slide
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kun je beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
00:49
Wat is de naam van de kleppen tussen de boezems en de kamers?
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
Slide 12 - Quiz
0
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Hartklep open
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open
Slide 15 - Slide
Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Dicht:
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht
Slide 16 - Slide
Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:
- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open
Slide 17 - Slide
Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht
Slide 18 - Slide
Nog even oefenen?
Slide 19 - Slide
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 20 - Drag question
De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders
Slide 21 - Quiz
Tijdens welke fase zijn de hartkleppen dicht?
A
Tijdens het samentrekkenvan de boezems
B
Tijdens de hartpauze
C
Tijdens het samenstrekken van de kamers
D
Die gaan nooit open
Slide 22 - Quiz
Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets
Slide 23 - Quiz
Zet de plaatjes in de juiste volgorde:
Slide 24 - Drag question
Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn
Slide 25 - Quiz
Tijdens welke fase gaan de halvemaanvormige kleppen open?
A
Tijdens het samentrekkenvan de boezems
B
Tijdens de hartpauze
C
Tijdens het samenstrekken van de kamers
D
Die gaan nooit open
Slide 26 - Quiz
uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 27 - Quiz
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 28 - Quiz
De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt
Slide 29 - Quiz
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 30 - Quiz
hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen
Slide 31 - Quiz
Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen
Slide 32 - Quiz
A noemen we ......
A
rechterboezem
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer
Slide 33 - Quiz
welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 34 - Quiz
Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
'Dunne' wand, weinig gespierd
Vervoert bloed
van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling
Slide 35 - Drag question
Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
de aorta
Slide 36 - Quiz
Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een