Geloofsovertuigingen en LHBTQ

Geloofsovertuigingen en LHBTQ

Doel van de les

Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat geloofsovertuigingen vinden over LHBTQ.

Deze slide geeft het doel van de les aan. Het is belangrijk om het doel van de les duidelijk te maken aan de leerlingen.

Wat weet jij over geloofsovertuigingen en LHBTQ?

Wat zijn geloofsovertuigingen?

Geloofsovertuigingen zijn de overtuigingen die mensen hebben over een god of meerdere goden.

Deze slide legt uit wat geloofsovertuigingen zijn. Het is belangrijk om deze informatie te geven voordat we het hebben over wat geloofsovertuigingen vinden over LHBTQ.

Wat is LHBTQ?

LHBTQ staat voor lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en queer personen.

Deze slide legt uit wat LHBTQ is. Het is belangrijk om deze informatie te geven voordat we het hebben over wat geloofsovertuigingen vinden over LHBTQ.

Christendom

Volgens het christendom is homoseksualiteit zondig en niet toegestaan.

Deze slide gaat over wat het christendom vindt over LHBTQ. Bespreek de informatie met de leerlingen en vraag naar hun mening.

Islam

Volgens de islam is homoseksualiteit niet toegestaan en wordt het als zondig beschouwd.

Deze slide gaat over wat de islam vindt over LHBTQ. Bespreek de informatie met de leerlingen en vraag naar hun mening.

Jodendom

Volgens het jodendom is homoseksualiteit niet toegestaan en wordt het als zondig beschouwd.

Deze slide gaat over wat het jodendom vindt over LHBTQ. Bespreek de informatie met de leerlingen en vraag naar hun mening.

Hindoeïsme

In het hindoeïsme is homoseksualiteit niet expliciet verboden, maar wordt het niet geaccepteerd.

Deze slide gaat over wat het hindoeïsme vindt over LHBTQ. Bespreek de informatie met de leerlingen en vraag naar hun mening.

Boeddhisme

In het boeddhisme wordt homoseksualiteit niet veroordeeld, maar het wordt ook niet geaccepteerd.

Deze slide gaat over wat het boeddhisme vindt over LHBTQ. Bespreek de informatie met de leerlingen en vraag naar hun mening.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.