H3 Oriëntatie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Grieken en Romeinen

Geschiedenis 

Kader 1 - periode 2

Wat is wat?

Dikgedrukt = een begrip

schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip

Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.

uitleg van moeilijk woord

Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.

uitleg

Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...weet je wat je in periode 2 gaat leren bij geschiedenis.

...weet je over welk tijdvak deze periode gaat.

Deel de planning voor periode 2 uit.

Bespreek deze met leerlingen. Leerlingen moeten deze planning in hun map doen en weten zo wat ze deze periode gaan leren. 

Tijd van Grieken en Romeinen

Leg uit dat het deze periode gaat over de tijd van Grieken en Romeinen.

Wat weet jij eigenlijk van
de Grieken en Romeinen?

Vraag aan de leerlingen wat ze al weten van de tijd van Grieken en Romeinen.

Tijd van Grieken en Romeinen

(3000 v.Chr. - 500 n.Chr.)

Griekse tempel

Latijnse tekst (Romeins)

Bekijk samen met de leerlingen de tijdbalk onderaan de pagina van het boek (blz. 52 en 53). 

Leerlingen kunnen nu vraag 1 maken. 

Hoe heet dit tijdvak?

1. De tijd
2. Tijd van jagers en boeren
3. Tijd van boeren en Grieken
4. Tijd van Grieken en Romeinen

Welke jaartallen horen bij dit tijdvak?

1. alleen 3000 v.Chr.
2. alleen 500 n.Chr.
3. 3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.
4. geen van deze jaartallen

Een oude Griekse tempel

Op de afbeelding zie je hoe een Griekse tempel er waarschijnlijk uit heeft gezien. De oude Grieken vonden kleuren heel erg mooi. Daarom verfden ze de tempels (en de afbeeldingen daarop) in mooie kleuren. Door de jaren heen is de verf eraf gegaan. Daarom zijn de overblijfselen van tempels wit en niet gekleurd.

Laat zien dat een tempel er nu oud uit ziet (bron 1 in het boek op blz. 51), maar dat dat niet altijd het geval is geweest. Zo zag de tempel van Apollo eruit.

Er waren per god meerdere tempels waarin hij/zij aanbeden werd. 

Maak samen met de leerlingen vraag 2 en 3.

Hoe heet het gebouw van de vorige afbeelding?

1. Een flat
2. Een tempel
3. Een Colloseum
4. Een villa

Een Romeinse flat

In het oude Rome woonden héél veel Romeinen. Omdat er gebrek aan ruimte was bouwden de Romeinen met beton een flat. Zo'n flat was wel vijf (!) verdiepingen hoog. 

Leg uit dat in het oude Rome ook flatgebouwen stonden van wel 5 verdiepingen. Daarin hadden de Romeinen stromend water, riolering en centrale verwarming.

Hoe heet het gebouw van de vorige afbeelding?

1. Een flat
2. Een tempel
3. Een Colloseum
4. Een villa

Een Romeinse flat

In het oude Rome woonden héél veel Romeinen. Omdat er gebrek aan ruimte was bouwden de Romeinen met beton een flat. Zo'n flat was wel vijf (!) verdiepingen hoog. 

Dit is een voorbeeld van een Romeinse weg die er nog steeds ligt. 

Bekijk bron 2 en 3 samen met de leerlingen en laat ze vraag 4 in tweetallen maken.

Wat zag je op de afbeelding?

1. Een flat
2. Een tempel
3. Een fiets
4. Een weg

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.