Les 4: 9 februari MAW

POLITIEKE BESLUITVORMING
LES 4
9 februari 2021
1 / 11
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

POLITIEKE BESLUITVORMING
LES 4
9 februari 2021

Slide 1 - Slide


Welk stroming hoort bij de uitspraak in de bron?
A
feminisme
B
liberalisme
C
populisme
D
socialisme

Slide 2 - Quiz

Bij welke politieke stroming horen de partijen.
Sleep het plaatje naar het juiste hokje.
Liberalisme
Christen-democratie
Sociaal-democratie

Slide 3 - Drag question

“De topsalarissen van hoge bestuurders zijn een logisch gevolg van de marktwerking. Daarom kán en móet je dit ook niet per se willen tegenhouden.”
Voor welke politieke stroming is dit een kenmerkend standpunt?
A
Sociaaldemocraten
B
Liberalen
C
Christendemocraten
D
Populisten

Slide 4 - Quiz

GroenLinks is een partij gericht op verandering terwijl de SGP wil dat alles zoveel mogelijk bij hetzelfde blijft.
A
GroenLinks en de SGP zijn beide progressief
B
GroenLinks is progressief en de SGP conservatief
C
De SGP is progressief en GroenLinks is conservatief
D
GroenLinks en de SGP zijn beide conservatief

Slide 5 - Quiz

Nederland is een democratie, want:
A
de trias politica is er voor een deel doorgevoerd.
B
de bevolking neemt de belangrijkste besluiten.
C
de koning heeft volgens de grondwet maar beperkte macht.
D
de bevolking heeft indirect invloed op de politiek.

Slide 6 - Quiz

Een politieke stroming of ideologie omvat in ieder geval:
I. ideeën over waarden en normen.
II. standpunten ten aanzien van de rol van de overheid.
III. ideeën over de positie van het koningshuis.
IV. standpunten over de relatie tussen mens en milieu.

A
Alle antwoorden zijn juist.
B
I en II zijn juist.
C
I, II en III zijn juist.
D
I, II en IV zijn juist.

Slide 7 - Quiz

Harmonieuze samenwerking
gespreide verant-woordelijkheid
Rentmeesterschap
actieve rol voor de overheid
Kapitalisme met een menselijk gezicht
Sociaal-economische               gelijkheid
economische vrijheid
politieke vrijheid

principe van de rechtsstaat
rationalistisch individualisme
LIBERALISME
SOCIALISME
CONFESSIONALISME

Slide 8 - Drag question

de rechtsextremistische stroming :
A
Komt op voor de ondernemers. Vindt vrijheid erg belangrijk
B
Baseert zich op de Bijbel en de christelijke traditie
C
Komt op voor solidariteit
D
Is een verzamelnaam voor fascisme en nazisme

Slide 9 - Quiz

Wat is jouw conclusie als het gaat om jouw kennis over hoofdstuk 8?
(op basis van de test en de examenvragen)

Slide 10 - Open question

Tips, tops of heb je nog vragen?

Slide 11 - Open question