Organen en cellen - les 7 B5 B6 + microscopie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Organen en cellen 

les 7

Basisstof 5 & 6

Wat gaan we doen?

• Aanwezigheid
• Kort terugkijken op de vorige les
• Microscopie plantencellen met opdracht!
• Opruimen 
• Terugkijken

B5. Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe de reductiedeling (meiose) verloopt

• Je kunt het doel van reductiedeling (meiose) aangeven

• Je weet het verschil in bouw tussen eicellen en zaadcellen te benoemen

• Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen

Mitose, Meiose I en/of Meiose II

verdubbelen

In paren liggen

In welke soort cellen vindt meiose plaats?

Cellen kunnen zich op 2 manieren delen: via mitose of meiose. Welke celdeling hoort bij welke cellen?

MITOSE

MEIOSE

HUIDCELLEN

ZAADCELLEN

BLOEDCELLEN

SPIERCELLEN

EICELLEN

BOTCELLEN

Een kever met 6 chromosomen maakt geslachtscellen. Hoeveel chromosomen bevat de geslachtscel?

1. 3
2. 6
3. 3x3
4. 2x3

Een kever met 4 chromosomenparen maakt geslachtscellen. Hoeveel chromosomen bevat de geslachtscel?

1. 4
2. 8
3. 4x4
4. 2

Zet op volgorde van 

groot naar klein:

Orgaanstelsel

Orgaan

Weefsel

Cel

Organisme

Celkern

DNA

Leerdoelen

• Je kent een aantal belangrijke onderdelen van de microscoop en je weet hoe je een microscoop moet gebruiken.
• Je kan enkele tekenregels toepassen in een biologische tekening.
• Je herkent de plantencellen en een aantal onderdelen 
• Je weet wat cellen, weefsels, organen en organismen zijn

Wat ga je doen?

Je gaat de cellen van waterpest bekijken onder de microscoop en daarbij de bijbehorende opdrachten maken, zie werkblad.

Werk STAP voor STAP!

Het werkblad wordt beoordeeld met een cijfer dat 1 keer meetelt.

Werk samen met 1 microscoop en 1 preparaat

Wat heb je nodig?

Werkblad 'waterpest'.

Microscoop

Preparaat met waterpest

Grijs potlood

Liniaal

Pen

Kleurpotloden

Lesboek

Ipad (om eventueel een foto te maken van het preparaat) 

Stappenplan

1. Lees het stappenplan op je werkblad en kijk wat je moet doen en bij welke vergroting

2. Maak alle opdrachten 

3. Werk rustig.

3. Maak de huiswerk- opdrachten alvast (zie blokje)

Huiswerk voor dinsdag 1 oktober

Maak opdracht 1 t/m 3 van bladzijde 38 in je werkboek

Controle!

Leerdoelen

• Je kent een aantal belangrijke onderdelen van de microscoop en je weet hoe je een microscoop moet gebruiken.
• Je kent de tekenregels voor biologie
• Je kan de tekenregels toepassen in een tekening.
• Je herkent de plantencellen en een aantal onderdelen 
• Je weet wat cellen, weefsels en organen zijn

Wat ga je doen?

- Trek met een pincet 1 blaadje af van de waterpest.

- Leg het op het grote glaasje. Doe er een druppel water bij uit de fles.

- Leg er een klein dekglaasje op. Als er water uit komt haal je dit weg met een papiertje.

- Leg je preparaat (glaasje met waterpest) onder de microscoop.

- Zorg ervoor dat de rode lens op de microscoop naar beneden is gedraaid.

- Kijk door de microscoop en draai met de schroeven aan de zijkanten van de microscoop totdat je het blaadje scherp ziet.

- Kijk goed naar het blad. Teken wat je ziet. Teken zo groot mogelijk. Benoem de volgende onderdelen: plantencel – bladgroenkorrel(s) – celwand – cytoplasma

Mitose

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

6

Bladgroenkorrels kunnen veranderen in kleurstofkorrels

1. Waar
2. Niet waar

chromosomen

In de celkern liggen chromosomen.

Chromosomen zijn opgebouwd uit een eiwit en DNA.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

Mitose en meiose

Meiose:

• Reductiedeling
• Functie: Maken van geslachtscellen

Mitose:

• Gewone celdeling
• Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Reductiedeling (meiose)

Bij meiose worden de geslachtscellen gemaakt.

spermacellen en eicellen

Biologisch onderzoek

Welke stappen?

1. Probleemstelling
2. Onderzoeksvraag
3. Verwachting
4. Werkplan
5. Uitvoeren en waarnemen
6. Resultaten
7. Conclusie 

Probleemstelling

Wat is het probleem wat je wilt onderzoeken?

V.b. Wat is de invloed van licht op kieming van tuinkerszaadjes?

Onderzoeksvraag

Probleemstelling was: wat is de invloed van licht op de kieming van tuinkerszaadjes

Onderzoeksvraag: Heeft licht invloed op de snelheid waarmee tuinkerszaden kiemen?

Verwachting

Probleemstelling was: wat is de invloed van licht op de kieming van tuinkerszaadjes

Onderzoeksvraag: Heeft licht invloed op de snelheid waarmee tuinkerszaden kiemen?

Verwachting: Tuinkers kiemt langzamer als er geen licht aanwezig is

Werkplan

Wat ga ik doen?

Wat heb ik nodig

Hoe neem ik waar?

Uitvoeren en waarnemen

Je gaat nu je werkplan uitvoeren om de probleemstelling te onderzoeken

Zorg er voor dat je vooraf weet hoe je de gegevens gaat verzamelen.

Controleer en vergelijk de proefgroep met de controlegroep

Resultaten

1. Grafiek
2. Tabel
3. Foto's 

Conclusie 

Na het experiment ga je een conclusie trekken.

Kloppen je verwachtingen? 

Kiemen tuinkerszaadjes minder snel in het donker?

uit ons experiment blijkt dat.........

In welke volgorde doe je biologisch onderzoek?

Probleemstelling

Onderzoeksvraag

Verwachting

Werkplan

Resultaten

Conclusie

Maakwerk vorige les KB

Basisstof 5 (blz. 33)

opdracht 1 t/m 3

Basisstof 6 (blz. 38)

Opdracht 1 t/m 4)

Check in duo's

Welke vraag wil je bespreken?

Maakwerk vorige les BB

Basisstof 5 (blz. 52

opdracht 1 t/m 3 

Basisstof 8 (blz. 74)

opdracht 1 en 2a + 2b)

Check met de docent

Welke vraag moeten we bespreken?
(alleen KB)

B5: opdracht 1

B5: opdracht 2

B5: opdracht 3

B6: opdracht 1

B6: opdracht 2

B6: opdracht 3

B6: opdracht 4

Niets alles was goed!

Maakwerk KB

Alle opdrachten in je schrift afmaken

Leren onderzoeken (blauwe gedeelte)

Opdracht 1 & 3 (blz. 53 & 54)

ook in je schrift maken (komen erbij)

Inleveren op 17 oktober

Maakwerk BB

Basisstof 6 

Opdracht 1 en 5 (blz. 58/62)

daarna

Alle opdrachten in het schrift afmaken

inleveren op 17 oktober

In deze les

Practicum met de microscoop

KB: Blz. 45 t/m 50

BB: Blz. 31 t/m 37

Ui wordt vervangen door waterpest!

Preparaat maken van waterpest

Tekening maken volgens de tekenregels, schematisch bij een vergroting van 400 x

Waterpest

Wat ga je doen?

- Trek met een pincet 1 blaadje af van de waterpest.

- Leg het op het grote glaasje. Doe er een druppel water bij uit de fles.

- Leg er een klein dekglaasje op. Als er water uit komt haal je dit weg met een papiertje.

- Leg je preparaat (glaasje met waterpest) onder de microscoop.

- Zorg ervoor dat de rode lens op de microscoop naar beneden is gedraaid.

- Kijk door de microscoop en draai met de schroeven aan de zijkanten van de microscoop totdat je het blaadje scherp ziet.

- Kijk goed naar het blad. Teken wat je ziet. Teken zo groot mogelijk. Benoem de volgende onderdelen: plantencel – bladgroenkorrel(s) – celwand – cytoplasma

Waterpest