This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Pluriforme Samenleving
H1 Cultuur
Slide 1 - Slide
Cultuur
Cultuur: alle waarden en normen en andere aangeleerde kenmerken van een groep (denk aan tradities en gewoonten).
Tijdens de opvoeding leren kinderen waarden en normen van hun ouders, school, vrienden en media. Het aanleren van de cultuurkenmerken van een groep noemen we socialisatie.
waarden
ideeen die je belangrijk vindt
normen
gedragsregels die bij waarden horen
Slide 2 - Slide
Socialisatie
Socialiserende instituties zijn de plaatsen waar socialisatie plaatsvindt. Er zijn 4 socialiserende instituties:
- thuis
- school en werk
- vrienden
- media
de manier waarop je de cultuurkenmerken van je samenleving of groep leert
Slide 3 - Slide
Hoe vindt socialisatie bij kinderen tot 4 jaar vooral plaats?
A
via de media
B
via school
C
via vrienden
D
via het gezin
Slide 4 - Quiz
Dominante cultuur
De cultuur van de meerderheid van de mensen in een land.
Kun je twee kenmerken noemen van de Nederlandse dominante cultuur?
Slide 5 - Slide
Subcultuur
Een groep mensen met waarden, normen en andere cultuurkenmerken die afwijken van de dominante cultuur.
Tussen de dominante cultuur en de subculturen zitten veel verschillen. Dit komt door .... zie de volgende slide
Slide 6 - Slide
Verklaring cultuurverschillen
Stad en platteland
Inkomen en maatschappelijke positie
Land van herkomst van jou of je (voor)ouders -->mensen met een migratie-achtergrond
Leeftijd
Mannen en vrouwen
Godsdienst
Slide 7 - Slide
Welke subcultuur hoort bij de zin?
De grote stad
jongeren
afkomst
hoger milieu
het platteland
godsdienst
Op zondag de auto wassen? Dat doen wij niet. Zondag is een rustdag en zijn we met de familie.
Ik doe vaak aan dansbattles. Het is spannend. Mijn droom is om ooit mee te doen aan een groot toernooi.
Op oudejaarsdag schieten we al in de ochtend met carbid. We stoppen de carbid in melkbussen, steken dit aan en dan ontploft de boel.
Er komen steeds meer Aziatische feesten waar allee Chinezen en andere Aziaten naartoe gaan. Daar zie je echt geen Nederlanders.
In de zomer eten we vaak in het park. Gewoon op een kleedje. We nemen eten en drinken mee en genieten buiten van het weer.
Mijn ouders hebben allebei een goede baan. Ik heb de nieuwste smartphone en we wonen in een groot huis met zwembad.
Slide 8 - Drag question
De cultuur die het meest in een land te zien is noem je..
A
Cultuur
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Onderdanige cultuur
Slide 9 - Quiz
De Nederlandse cultuur is in Nederland
A
een etnische minderheid
B
een subcultuur
C
socialisatie
D
De dominante cultuur
Slide 10 - Quiz
Vul de zin aan. Cultuur bestaat uit...
A
alle waarden en normen van een groep mensen
B
de belangrijke feestdagen van een groep mensen
C
de uiterlijke kenmerken van een groep mensen.
Slide 11 - Quiz
Socialisatie betekent dat mensen:
A
Kenmerken van een groep aanleren
B
Allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
Verschillende culturen leren kennen
D
Alle aangeboren eigenschappen afleren
Slide 12 - Quiz
Pluriforme samenleving
Pluriform: veelvormig
In Nederland hebben we door de mix aan culturen een pluriforme samenleving = een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.