5V 15-05-2020

5VWO
Vendredi le 15 mai
L'Algérie
1 / 41
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5VWO
Vendredi le 15 mai
L'Algérie

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
  • Terugblik opdracht 13b "Vertel je vakantieherinnering" + kleine grammatica herhaling

  • Literatuur "La Peste": L'Absurdisme deel II

  • Huiswerk voor volgende keer

Slide 2 - Slide

Échauffement: Quiz
Van wie is deze anekdote?

Slide 3 - Slide

Wie is er vaak gevallen tijdens het langlaufen in Noorwegen?
A
Stan
B
Rianne
C
Elise
D
Antoon

Slide 4 - Quiz

Wie trof in de hotelkamer politie aan?
A
Xiang Ji
B
Roel
C
Rianne
D
Shevonton

Slide 5 - Quiz

Wie liep tijdens het canyoning blauwe plekken op bij een val van de rotsen?
A
Stan
B
Aafke
C
Anouk
D
Emre

Slide 6 - Quiz

Wie werden bij de douane aangehouden omdat ze vuurwerk (sterretjes) bij zich hadden.
A
De familie van Rianne
B
De familie van Aafke
C
De familie van Elise
D
De familie van Anouk

Slide 7 - Quiz

Impression générale
Mes compliments pour l'usage de l'imparfait et le passé composé!

Voor de uitspraak verwijs ik jullie nog naar https://www.readspeaker.com/nl/demos-tekst-naar-spraak/
Tik je tekst in en oefen met de uitspraak.

Slide 8 - Slide

Impression générale
Rianne:
Quelques jours avant la fin de l'année nous sommes allés essayer le ski de fond. (specifieke gebeurtenis PC)
C'était très amusant. (toestand IMP)

Slide 9 - Slide

Impression générale
Antoon:
Lorsque j'étais en vacances en France, mais parents ont décidé d'aller voir un spectacle d'oiseaux de proie.

(handeling die aan de gang is/decor IMP -plotselinge gebeurtenis PC)

Slide 10 - Slide

Impression générale
Stan:
Je suis tombé sur un rocher. . Ce rocher était au-dessous de la cascade
(verteld in een opeenvolging van gebeurtenissen PC - decor/situatie IMP)

Slide 11 - Slide

Impression générale
Petite révision grammaticale: 
les prépositions (voorzetsels) pour les villes et les pays

Stad = à (à Paris, à Oldenzaal)
Land, mannelijk = au (au Brésil, au Danemark)
Land, vrouwelijk = en (en France, en Italie)
Land, meervoud = aux (aux Pays-Bas, aux États-Unis)

Slide 12 - Slide

Voorzetsels bij landen en steden/dorpen

Slide 13 - Slide

Stappenplan landen/steden
Stap 1: Is het een stad?
Ja: "à"                                                                     Nee: ga verder
Stap 2: Eindigt het op een -e?
Ja: "en" (vrouwelijk enkelvoud)                  Nee: ga verder
Stap 3: Eindigt het op een -s?
Ja: "aux" (meervoud)                                      Nee: ga verder
Stap 4: Is het een land en eindigt het niet op een -s of een -e?
Dan "au" (mannelijk enkelvoud)

Slide 14 - Slide

Vul in:
Je vais ________ Rotterdam.

Slide 15 - Open question

Vul in:
J'adore aller _______ Italie

Slide 16 - Open question

Vul in:
Nous habitons ________ Danemark

Slide 17 - Open question

Vul in:
New York, c'est _________ États-Unis.

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Mes parents vont _________ France
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Rotterdam, c'est __________ Pays-Bas
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 20 - Quiz

Vul in:
Ronald Koeman a une maison ______ Portugal
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 21 - Quiz

Vul in:
Il fait très froid __________ Suède
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 22 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Il fait chaud ________ Maroc

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Dus:
Fase 1: Het menselijk leven is absurd (cycle de l'absurde).

Fase 2: Welk antwoord geven we daar dan op? 
(cycle de la révolte)

On regarde la vidéo.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Selon Camus, quelle est la meilleure réaction à l'absurdité de la vie?
A
La refuge dans la religion ou dans des croyances irrationelles
B
Le suicide
C
La révolte, la liberté et la passion

Slide 29 - Quiz

Drie reacties op de
absurditeit van het leven

  • 1. La révolte (opstand)
  • 2. La liberté (vrijheid)
  • 3. La passion (passie)

--> Hangen vaak met elkaar samen

Slide 30 - Slide

1. La révolte (de opstand)
  • Niet: Geen geweld of iets dergelijks

  • Wel: Het feit dat je de absurditeit van het leven gewoon accepteert, en niet vlucht in geloof of zelfmoord (en dus in opstand komt tegen die "makkelijke" vlucht). 

  • Je bent een "absurde held" omdat je in die acceptatie dat er geen hoger doel is juist gemoedsrust ("lucidité") vindt --> je weet dat er geen hoger doel is, en kunt nu namelijk zelf je leven naar eigen wens inrichten. 

Slide 31 - Slide

1. La révolte (de opstand)

Om deze acceptatie te begrijpen kijken we naar het fenomeen van de pestepidemie in La Peste.


Slide 32 - Slide

1. La révolte (de opstand)
Toen Camus La Peste schreef, er helemaal geen sprake van een echte pestepidemie in Oran, Algerije. Hij baseerde zijn roman op verhalen over:

  • De Zwarte Dood, 14e eeuw, Europa, 50 miljoen doden
  • Italiaanse Pest, 1629, 280.000 doden
  • "Great Plague of London", 1655
  • Verschillen plagen in China, 18e en 19e eeuw

Slide 33 - Slide

1. La révolte (de opstand)
Aanvankelijk werd gedacht dat de pestepidemie in La Peste (1947) een metafoor was voor het naziregime dat kort daarvoor Europa had beheerst. 

Maar: Camus had andere bedoelingen. 

Zijn ideeën over de La Peste hebben eigenlijk weinig te maken met de hele ziekte zelf. 
Daarom moeten we ook beseffen dat dit boek waardevol is, niet alleen omdat het gelijkenissen vertoont met de huidige situatie, maar eigenlijk nog meer om de universele gedachte die er achter schuilt.
Welk idee is dat dan? 

Slide 34 - Slide

1. La révolte (de opstand)
Camus wil hiermee zeggen: 

Eigenlijk is de plaag niet zoveel anders dan het "gewone" leven. 

Er is altijd een kans dat iemand op een willekeurig moment kan overlijden: iedereen weet dat het leven eindig is. Je leeft dus eigenlijk altijd al in dit absurde bestaan, een plaag is slechts een hoge concentratie van die willekeurige kansen op overlijden.

Er is geen hoger doel, want de pest maakt ook slachtoffers onder zelfs de meest onschuldige inwoners van Oran (kinderen). 

Slide 35 - Slide

1. La révolte (de opstand)
Dus

De pestepidemie lijkt exceptioneel, maar is in feite niet zoveel verschillend van de standaard menselijke conditie, in de zin dat je altijd weet dat je zonder enige logica op willekeurige wijze zou kunnen overlijden. 
Camus gebruikt de epidemie om dit gevoel uit te leggen aan de lezer. 

Dit is acceptatie van het absurde bestaan. 

Als je ervoor kiest om niet te vluchten van dit absurde bestaan, kom je in opstand (révolte). 

Slide 36 - Slide

2. La liberté (de vrijheid)
Nous sommes libres parce que nous cessons de croire qu'il y a un but à notre existence. 

Nu al het gewicht van alle "hogere doel"-zaken van je schouders is gevallen, ben je meester over je eigen leven --> vrijheid!

Slide 37 - Slide

2. La passion
Nous pouvons vivre pleinement et avec passion chaque expérience. 

Denk maar aan de eerste les over het absurdisme en wat ik toen het "hartstochtelijke hier & nu" noemde: leef met volle overgave. 

Voorbeeld van Dr. Rieux: hij houdt van dansen, lachen en de natuur, is gevoelig voor de geur van bloemen en de kleuren van de zonsondergang, en gaat graag zwemmen in zee na een lange werkdag. 

Slide 38 - Slide

2. La passion
Of het voorbeeld van Albert Camus zelf. Hij zag zijn filosofie als: 

"Une invitation lucide à vivre et à créér au milieu du désert". 

  • Hij hield van zonnebaden en van dansen
  • Hij had geen tekort aan vrouwelijke aandacht
  • Hij was een goede atleet en grote voetbalfan
  • Hij was een stijlicoon en heeft geposeerd voor de Amerikaanse Vogue

Slide 39 - Slide

La révolte
La liberté
La passion
Nous pouvons vivre pleinement et avec passion chaque expérience
Nous sommes libres parce que nous cessons de croire qu'il y a un but à notre existence
Le fait d'être lucide sur l'absurdité de sa propre existence & accepter le non-sens de la vie sans le fuir en préférant le suicide ou le refuge dans des croyances irrationnelles.

Slide 40 - Drag question

Huiswerk voor de volgende les
Maandag 18 mei:
- Maken werkplan voor schrijfopdracht
Lire C (ex. 33 t/m 36)

Slide 41 - Slide