5.6 De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders

Industrialisatie & de opkomst van het socialisme
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Industrialisatie & de opkomst van het socialisme

Slide 1 - Slide

De industrialisatie zorgde voor een enorme groei aan fabrieksarbeiders

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De slechte omstandigheden waarin arbeiders leefden wordt ook wel de sociale kwestie genoemd.

Slide 4 - Slide

sociale kwestie, waar denk je dan aan?

Slide 5 - Mind map

Ongelijkheid in samenleving


Ondernemers werden 
vaak erg rijk. 

Slide 6 - Slide

Het liberalisme
  • Liberalisme
       - Politieke stroming voor zoveel mogelijk vrijheid
      - Veel bestuurders in de Nederlandse regering
      - Deden eerst niets voor de arbeiders

  • Liberalen
       - Aanhangers van het Liberalisme
       - Zijn voor kapitalisme

Slide 7 - Slide

Noem een reden voor de grote ongelijkheid in de 19e eeuwse industriële samenleving
A
Arbeiders werkten niet hard genoeg
B
Machines deden al het werk
C
De overheid bemoeide zich niet met de sociale kwestie

Slide 8 - Quiz

Waarom konden veel arbeiders niet iets aan hun positie veranderen?

Slide 9 - Open question

Het socialisme / socialisten
Politieke stroming die wil dat ongelijkheid in de samenleving wordt tegengegaan. Onderlinge gelijkheid is belangrijk.

Slide 10 - Slide

Onenigheid socialisten over de vraag hoe gelijkheid in de samenleving gerealiseerd moest worden.

Slide 11 - Slide

Sociaaldemocraten


Kiesrecht voor iedereen.
Via parlement kunnen sociaaldemocraten voor wetgeving zorgen die gelijkheid in samenleving bevordert.
Communisten


De macht grijpen door middel van revolutie. Andere partijen verbieden en gelijkheid met dwang opleggen.

Marxisme.

Slide 12 - Slide

Welke socialisten kregen in Nederland de meeste aanhang?
A
sociaaldemocraten
B
communisten

Slide 13 - Quiz

Welke wetgeving zou kunnen zorgen voor meer gelijkheid?

Slide 14 - Open question

Wat is Marxisme?
* Bourgeoisie/ heersende klasse heeft productiemiddelen en daardoor ook de macht in handen.
* Arbeidersklasse (proletariaat) onderdrukte klasse. 

  • Revolutie van de arbeiders, mét geweld een einde aan de klassenmaatschappij maken (klassenstrijd)
  • Samenleving waar iedereen gelijk is

Slide 15 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 16 - Mind map