What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Past simple vs present perfect
Past simple-Present Perfect
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2,3
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Past simple-Present Perfect
Slide 1 - Slide
WW+ ed / rij 2 van de onregelmatige WW
Past simple - Gewone Verleden tijd
Slide 2 - Slide
past simple
Wordt gebruikt als iets in het verleden heeft plaats gevonden en is afgerond, het is echt voorbij.
Vaak staat in de zin een tijdsbepaling die aangeeft dat het verleden tijd is:
last month, yesterday, a minute ago, in 1999.
–> I
bought
a new bike last week.
Door de woorden ‘last week’ wordt duidelijk dat deze gebeurtenis zich in het verleden heeft afgespeeld. Er moet dus een verleden tijd gebruikt worden.
-->
ww+ ed of TWEEDE RIJTJE
Slide 3 - Slide
Past simple - Verleden tijd
Present Perfect - voltooid tegenwoordige tijd
have / has + ww + -ed
Have / has + onregelmatig werkwoord (3e rijtje)
Slide 4 - Slide
PRESENT PERFECT
HAVE of HAS + voltooid deelwoord.
HAVE (I / you / we / they / you)
HAS = SHIT-regel (he / she / it)
Slide 5 - Slide
We ... been to England once.
A
have
B
has
Slide 6 - Quiz
He ... worked there for 4 years now.
A
have
B
has
Slide 7 - Quiz
They ... visited Paris 5 times.
A
have
B
has
Slide 8 - Quiz
My mother ... seen that film before.
A
have
B
has
Slide 9 - Quiz
My dad and my brother ... seen that film before.
A
have
B
has
Slide 10 - Quiz
present perfect
Wordt gebruikt als
iemand met iets in het verleden begonnen is en nog steeds doet
of als iets in het verleden begonnen is en nog aan de gang is
Ook als het niet belangrijk is wanneer iets gebeurd is, maar iemand heeft iets gedaan of er is iets gebeurd waarvan de resultaten nog merkbaar zijn.
Vaak komen in de zin de woorden
for
of
since
voor.
- HAVE/HAS + werkwoord +-ed of have/has +DERDE RIJTJE
Slide 11 - Slide
past simple vs present perfect
I
worked
in Hengelo for seven years.
(ik werk er nu dus niet meer)
I
went
to New York in 2015.
(1x in 2015)
I
have worked
for Reggesteyn for one year.
(en ik werk er nu nog steeds)
I
have been
to New York twice.
(ooit eens geweest, gaat om de ervaring)
Slide 12 - Slide
I lived in London.
I have lived in London.
Present Perfect
Past Simple
Slide 13 - Drag question
I learned my lesson.
I have learned my lesson and Will never do that again.
Present Perfect
Past Simple
Slide 14 - Drag question
Past Simple Present Perfect
Slide 15 - Slide
Past simple
- Verleden tijd
- Afgelopen
- Tijdsbepaling
werkwoord + ed
OF
sterk ww (blz. 161)
Present perfect
In het verleden begonnen en;
- nu nog aan de gang
- resultaat merkbaar
- ervaringen
has/have + ww+ed
OF
has/have + sterk ww.
Slide 16 - Slide
I have been at Reggesteyn for 2 years now.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)
Slide 17 - Quiz
I went to my friend last night.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)
Slide 18 - Quiz
I have seen that movie before!
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)
Slide 19 - Quiz
My car is shiny! I have just cleaned it.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)
Slide 20 - Quiz
I saw a bird fly by my window.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)
Slide 21 - Quiz
She has fallen down and now she has a broken leg.
A
past simple (in het verleden en nu klaar)
B
present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)
Slide 22 - Quiz
I ... a new phone last week.
A
bought
B
have bought
Slide 23 - Quiz
I ... my car. It looks great now!
A
washed
B
have washed
Slide 24 - Quiz
I ... my aunt yesterday.
A
visited
B
have visited
Slide 25 - Quiz
I love New York. I ... there twice.
A
was
B
have been
Slide 26 - Quiz
She ... to America once in her life.
A
went
B
has gone
Slide 27 - Quiz
My mom ... smoking two months ago.
A
stopped
B
has stopped
Slide 28 - Quiz
Jack ...(finish) work an hour ago.
Slide 29 - Open question
He ... (go) to Germany last summer.
Slide 30 - Open question
Some policemen ...(catch) the criminals two days ago.
Slide 31 - Open question
Ik begrijp het verschil tussen past simple en present perfect en kan deze toepassen
A
Ja
B
Nee
C
Het gaat vaak goed, maar snap het half
D
Ik begrijp het verschil, kan het niet toepassen
Slide 32 - Quiz
Ik heb meer hulp nodig, met...
Slide 33 - Open question
Part 1: Practise past simple
- Two slides
Slide 34 - Slide
www.engelsgemist.nl
Slide 35 - Link
https:
Slide 36 - Link
Part 2:Practise present perfect
2 slides
Slide 37 - Slide
https:
Slide 38 - Link
https:
Slide 39 - Link
Part 3: Practise with past simple/present perfect
5 slides
Slide 40 - Slide
https:
Slide 41 - Link
https:
Slide 42 - Link
https:
Slide 43 - Link
https:
Slide 44 - Link
https:
Slide 45 - Link
Part 4: Practise with irregular verbs
2 slides
Slide 46 - Slide
https:
Slide 47 - Link
static.digischool.nl
Slide 48 - Link
More lessons like this
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Past simple vs present perfect
March 2022
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Past simple vs present perfect
November 2022
- Lesson with
40 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2,3
Past simple vs present perfect 20220214
February 2022
- Lesson with
41 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
June 2022
- Lesson with
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Verleden tijd - Past Simple vs. Present Perfect
January 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Past simple vs Present perfect
11 days ago
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Past Tense TL3
18 days ago
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4