5.1 Overheid, burgers en bedrijven. REKENEN

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

H5 Hoe werkt de overheid?

§ 5.1 Overheid, burgers en bedrijven.

§ 5.2 De overheid en de economie.

§ 5.3 Zijn wij sociaal?

§ 5.4 Geld genoeg?

Rekenen (blz. 160)

Privatiseren  

De overheid draagt taken en/of onderdelen over aan particuliere bedrijven (dus van de collectieve sector naar de particuliere sector)

Accijns en subsidie

Wil de overheid iets afremmen?

Wil de overheid iets stimuleren?

Accijns

Subsidie

Maken: rekenopgaven 1 + 2 (blz. 160)

Opgave 1 (blz. 160)

Opgave 1 (blz. 160)

a  200 ritten per week = 200 × 52 = 10.400 ritten per jaar

       10.400 × € 9,25 = € 96.200

b 

Opgave 1 (blz. 160)

a  200 ritten per week = 200 × 52 = 10.400 ritten per jaar

       10.400 × € 9,25 = € 96.200

b  De gemeente bespaart € 230.000 – € 96.200 = € 133.800

c  

Opgave 1 (blz. 160)

a  200 ritten per week = 200 × 52 = 10.400 ritten per jaar

       10.400 × € 9,25 = € 96.200

b  De gemeente bespaart € 230.000 – € 96.200 = € 133.800

c  besparing in % van de uitgaven =

             

deel ÷ geheel × 100%

Opgave 1 (blz. 160)

a  200 ritten per week = 200 × 52 = 10.400 ritten per jaar

       10.400 × € 9,25 = € 96.200

b  De gemeente bespaart € 230.000 – € 96.200 = € 133.800

c  besparing in % van de uitgaven =

             besparing ÷ uitgaven × 100% = 

               € 133.800 ÷ 230.000 × 100% = 58,17  --> 58,2%

deel ÷ geheel × 100%

Opgave 2 (blz. 160)

Opgave 2 (blz. 160)

De vereniging betaalt 45% zelf --> dus: 

45% = € 7.200

Opgave 2 (blz. 160)

De vereniging betaalt 45% zelf --> dus: 

De gemeente betaalt 100% – 45% = 55% -->

reken eerst naar 1% en daarna naar 55% -->

55% = € 7.200 ÷ 45 × 55 = € 8.800

                       1%

45% = € 7.200