What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ww-spelling_extra oefenen
Spelling
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling
Slide 1 - Slide
Heb ik het sexy fokschaap nodig om de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct te spellen?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?
De gids heeft ons door de grotten geleid.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quiz
Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?
Toen hij hoorde dat zijn moeder ziek was, is hij direct naar huis gegaan.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quiz
Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?
Een narcis is een bolgewas dat gemakkelijk verwildert.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 5 - Quiz
Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?
Bij een kleine operatie wordt de patiënt plaatselijk verdoofd.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?
Het gebeurt vaak dat je je vroegere vrienden ontgroeit.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
Heb je het sexy fokschaap nodig als je de verleden tijd correct wilt spellen?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Heb je het sexy fokschaap nodig als je de voltooide tijd correct wilt spellen?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Sleep de werkwoorden naar de juiste vakjes.
PV TT
VD
belooft
beloofd
gebeurt
veranderd
ontdooit
hervormd
Slide 10 - Drag question
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 11 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 12 - Quiz
Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 13 - Quiz
Kies het juiste werkwoord:
"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant
Slide 14 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 15 - Quiz
Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte
Slide 16 - Quiz
(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt
Slide 17 - Quiz
Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
ww-spelling_extra oefenen
December 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
ww-spelling_extra oefenen/ woordsoorten/ fictie
October 2022
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
ww-spelling_extra oefenen
September 2020
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
V5 ww-spelling
January 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
2AHA: Cursus Spelling - Voorbereiding toets
October 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3 werkwoordspelling
September 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling
June 2020
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
WERKWOORDSPELLING
7 days ago
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4