1. Kijk taaloefening D en E (pag. 26 oefenboek) na en kijk of je je fouten begrijpt (zo niet, dan steek je je hand op en vraag je het aan de docent).
2. Herhaal (lees) de grammatica over de vocativus op pagina 26 van je tekstboek.
3. Maak taaloefening F (pag. 26 oefenboek). Beslis eerst of het woord enkelvoud of meervoud is en verbind het daarna met de juiste imp.
4. Lees pag. 20 van je tekstboek.
5. Maak de vragen op pagina 27 van je oefenboek.