This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke walgelijke weetjes zouden in dit boek kunnen staan?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Wat weet jij al over hoofdluizen?
Slide 4 - Mind map
Tekst lezen
Pak vast je tekenschrift erbij, we gaan straks stukjes uit de tekst tekenen.
Pak je arceerstift: onderstreep de lastige woorden. Bedenk ook hoe je de betekenis kunt vinden.
Een vrouwtjesluis wordt in de tekst ook 2 keer anders genoemd, arceer deze 2 andere woorden voor de vrouwtjesluis.
Slide 5 - Slide
Lees de 1e alinea (regel 3-7). Waarom wonen luizen graag op je hoofd? Noem minimaal 2 redenen!
Slide 6 - Open question
Lees de 1e alinea. Hoe worden hoofdluizen ook genoemd in dit stukje?
A
neten
B
vampieren
C
draakjes
D
schatjes
Slide 7 - Quiz
Lees regel 8-11
Opdracht
In je tekenschrift teken jij hoe een hoofdluis ervoor zorgt dat jij jeuk krijgt.
Je schrijft de woorden uit de tekst erbij.
Slide 8 - Slide
Lees regel 12-15. Welke positieve dingen vertelt de schrijver over de hoofdluis?
Slide 9 - Open question
Lees regel 16-24
Opdracht
In je tekenschrift teken jij hoe een hoofdluis aan een groot gezin komt.
Schrijf de woorden uit de tekst erbij.
Reken uit hoe vaak een hoofdluis paart in haar leven.
Slide 10 - Slide
Stel, je hebt vandaag 5 luizen op je hoofd. Hoeveel heb je er dan ongeveer na 1 maand?
Slide 11 - Mind map
Regel 21-22: Luizenkolonie. Wat bedoelt de schrijver hiermee. Welke tip heb jij om het antwoord te vinden?
A
Eén luis op je hoofd
B
Een paar luizen op je hoofd
C
Heel veel luizen op je hoofd
D
Geen luizen op je hoofd
Slide 12 - Quiz
Lees regel 25-28
Opdracht
Teken in je tekenschrift hoe je besmet kunt raken met hoofdluis.
Schrijf de woorden uit de tekst erbij.
Zoek ook uit waar een besmetting NIETS mee te maken heeft.
Slide 13 - Slide
Een luizenleven hebben of leven als een luis is een uitdrukking. Wat is de betekenis?
A
Het betekent dat je een heel gemakkelijk leven hebt.
B
Het betekent dat je graag een groot gezin wilt, net als moeder luis.
C
Het betekent dat je graag bloed eet, net als een luis.
D
Het betekent dat je graag mensen besmet, net als een luis.
Slide 14 - Quiz
Twee vragen: 1. Wat is het doel van de schrijver? 2. Waar kun je deze tekst vinden?
Slide 15 - Open question
Tekst lezen
Pak je tekenschrift er vast bij.
Pak je arceerstift, arceer de lastige woorden
Maak een lijstje met de benodigheden die je gebruikt bij het verwijderen van de luizen en neten.
Bedenk ook: welke voorwerpen moet ik in de winkel kopen en welke voorwerpen heb ik thuis. Schrijf daar een W of een T voor (W = winkel, T=thuis)
Slide 16 - Slide
Welke tekstsoorten zijn deze teksten?
A
1. informatieve tekst
2. reclametekst
B
1. verhaal
2. informatieve tekst
C
1. instructietekst
2. informatieve tekst
D
1. informatieve tekst
2. instructietekst
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste volgorde? 1. Spoel de cremespoeling uit het haar. 2. Laat je kind het hoofd voorover buigen. 3. Kam met een gewone kam de klitten uit het haar. 4. Maak het haar nat. 5. Maak beide kammen goed schoon. 6. Probeer de eitjes met je nagels te verwijderen. 7. Veeg de kam af aan keukenpapier.
Slide 18 - Open question
Wat heb je nodig om luizen te verwijderen? Welk antwoord past het beste?
A
shampoo, azijn, water, wit papier
B
cremespoeling, azijn, wit papier
C
shampoo, cremespoeling, azijn
D
cremespoeling, een papier, borstel
Slide 19 - Quiz
Lees stap 4: waarom is het belangrijk om het keukenpapier weg te gooien?
A
Omdat je anders zo veel rommel krijgt.
B
Omdat er restjes shampoo in kunnen zitten.
C
Omdat er neten en luizen in het papier kunnen zitten.
D
Omdat papier beter gerecycled kan worden.
Slide 20 - Quiz
Bij stap 7 staat: maak beide kammen schoon????????????? Hoezo beide kammen?
Slide 21 - Open question
Lees regel 22-26: waarom staat er "eventueel" en wat zou demiticon kunnen zijn?
Slide 22 - Open question
Twee vragen: Wat is het doel van de schrijver? Waar kun je deze tekst vinden?
Slide 23 - Open question
Wat is de belangrijkste boodschap om van hoofdluis af te komen?
Slide 24 - Mind map
Wat weet je nu over hoofdluis wat je voor deze 2 lessen nog niet wist? Niets, veel, weinig en een beetje zijn GÉÉN antwoorden!