This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Wanneer? Korte actie in het verleden die is afgelopen.
Signaalwoorden: Yesterday, last year, in 1999
Regelmatige ww Onregelmatige ww
+ (positief) ww + ed 2e rij
- (negatief) didn't + hele ww
? (vraag) did + hele ww
The most exciting thing ______________ (happen) to me last week.
Wanneer? Langere actie in het verleden
signaalwoorden: When, while & at the same time
+ (positief) was/were + ww + ing
- (negatief) wasn't/weren't + ww + ing
? (vraag) was/were + ww + ing
Vaak moet je dus bepalen wat de langere actie is en wat de korte actie is.
I __________ (call) when the buss ______ (stop).