Je hebt spieren nodig om je arm te kunnen bewegen. Je moet je arm kunnen buigen en strekken. Probeer maar eens..
Buigen en strekken zijn het tegenovergestelde.
Twee verschillende spieren zorgen voor het buigen en strekken van de arm.
Biceps zorgen voor het buigen. En de triceps voor het strekken van de arm.
Je ziet in het plaatje dat de biceps tijdens het buigen korter en dikker wordt en de triceps langer en dunner. Bij het strekken is dit precies andersom.
Spieren die een tegengestelde werking hebben noemen we antagonisten.