This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lernziel
Kapitel 4:
Je kunt in het Duits een kort gesprek voeren over jouw hobby's en vrije tijd.
Slide 2 - Slide
Was machst du in deiner Freizeit? (auf Deutsch antworten)
In meiner Freizeit .........
Freizeit
Slide 3 - Mind map
https:
Slide 4 - Link
https:
Slide 5 - Link
Was ist richtig?
A
Was macht du in deiner Freizeit?
B
Was machen du in deiner Freizeit?
C
Was machst du in deiner Freizeit?
D
Was machest du in deiner Freizeit?
Slide 6 - Quiz
Freizeit
In
meiner
schlafe
ich
Ich
treffe
mich
mit
Freunden
Wir
spielen
draußen
Fußball
Slide 7 - Drag question
Wann spielst du Fußball?
Was machst du gern?
Mit wem gehst du schwimmen?
Was sind deine Hobbys?
Am
Wochen-
ende mache ich das meistens.
Gamen macht mir Spaß.
Ich gehe oft mit meinen Freunden ins Schwimmbad.
Ich liebe singen und Musik hören.
Slide 8 - Drag question
hören
Hör und sieh dir den Film an. Beantworte die fragen. Was machen diese Leute in ihrer Freizeit?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
01:16
Wat doet deze man in zijn vrije tijd?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
02:07
Wat voor beroep (Friseur) denk je dat hij doet?
A
reisbegeleider
B
steward
C
circusartiest
D
kapper
Slide 13 - Quiz
02:15
Wat voor beroep hebben deze twee en wat doen ze in hun vrije tijd?
Slide 14 - Open question
Hör dir die Fragen und Antworten an. Lies mit. Formuliere deine eigenen Antworten auf die Fragen. Benutze eventuell ein (Online-) Wörterbuch und die Plauderecke H.
Slide 15 - Slide
Formuliere deine eigenen Antworten? (Deutsch)
- Was machst du in deiner Freizeit?
- Mit wem machst du das?
- Hast du viel Zeit für dein Hobby?
- Spielst du ein Instrument?
- Was machst du am Wochenende?
timer
6:00
Slide 16 - Open question
Hausaufgaben
Mache
Lerne
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Lernziel
Kapitel 4:
Wörterbuch: Samengestelde woorden
Schreiben: Je kunt in het Duits een kort bericht schrijven over dingen die op jouw bucketlist staan.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
TIP - Samengestelde woorden
Niet alle woorden staan in een (online) woordenboek. Bijvoorbeeld 'Trainingsstunde' of 'Tanzverein' kun je niet in een woordenboek vinden. Deze woorden heten samengestelde woorden. Wanneer
je de betekenis van een samengesteld woord wilt weten, zoek dan de losse woorden op in het woordenboek:
der Tanz + der Verein = der Tanzverein (de dansvereniging)
das Training + die Stunde = die Trainingsstunde (het trainingsuur)
Het laatste woord bepaalt het geslacht. (der,die of das)
Slide 21 - Slide
Wat moet je doen als je de betekenis van een samengesteld woord wilt weten?
Slide 22 - Open question
Welk deel van het woord bepaalt het geslacht? (der,die of das)
A
het eerste deel
B
het tweede deel
Slide 23 - Quiz
Was passt zusammen?
Ball
Besitz
Boot
Tribüne
Schuh
Liste
Motor
Ball
Wörter
Tennis
Zuschauer
Ballet
Slide 24 - Drag question
Schlage im (Online-) Wörterbuch nach und wähle die richtige Antwort.
timer
2:00
die
der
das
Knieschoner
Motorboot
Schulklasse
Boxkampf
Weltmeisterschaft
Slide 25 - Drag question
Meine Bucketlist
Slide 26 - Slide
Notiere was du in Zukunft bestimmt noch machen willst. [Deutsch]
Meine Bucketlist
Slide 27 - Mind map
Slide 28 - Video
Slide 29 - Slide
Aufgabe
Reagiere auf einen Forumsbeitrag und Verarbeite dabei folgende Punkte:
- Anrede (aanhef) - Schreibe, dass du den Beitrag interessant findest.
- Schreibe etwas über dein Hobby und warum du es toll findest.
- Erzähle, wofür du dich sonst noch interessierst und warum.
- Nenne zwei Sachen, die auf jeden Fall auf deiner Bucketlist stehen müssen, und warum.
- Grüße (groet)
- Benutze die Schreibecke , eventuell ein (Online-)Wörterbuch und Aufgabe 41 Seite 139
- Denkean Großbuchstaben bei Substantiven*. (hoofdletters) & leere Zeilen (witregels)
- Denkean die Rechtschreibung der Verben*. (werkwoordsvervoeging)