(2hv) H7 verschillen tussen Noord en Zuid-Korea paragraaf 2 deel 2

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H7
  • maken opdracht 6 t/m 9
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • Waarom er twee Korea’s zijn
  • Wat de politieke verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
  • De economische verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
  • Waarom Noord-Korea door veel landen als een dreiging wordt ervaren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H7
  • maken opdracht 6 t/m 9
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • Waarom er twee Korea’s zijn
  • Wat de politieke verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
  • De economische verschillen zijn tussen Noord- en Zuid-Korea
  • Waarom Noord-Korea door veel landen als een dreiging wordt ervaren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Slide



             Noord-Korea = arm

  1. Communistisch land (staat)
  2. Planeconomie:
    - bedrijven in eigendom van de staat
    - de staat bepaalt alles
    - in plannen staat wat je moet produceren - - geen concurrentie, zorgt voor slechte kwaliteit producten -> geen reclame in straatbeeld
    - Er is minimumloon want staat bemoeit zich met naleven afspraken


                            Zuid-Korea = rijk

  1. Kapitalistisch land (privé)
  2. Vrijemarkteconomie:
    - bedrijven in privé eigendom 
    - directie van bedrijven bepaalt alles zelf
    - concurrentie zorgt voor goede en goedkope producten -> reclame in straatbeeld
    - Weinig afspraken arbeidsomstandigheden en lonen, want: zoveel mogelijk winst
Economische verschillen

Slide 4 - Slide

      Propaganda
Het dorp Kijong-dong ligt in de DMZ: 2,5 km brede Gedemilitariseerde Zone tussen Noord-Korea en Zuid-Korea

• Maar: is het een echt dorp?
• Onderdeel van propagandastrijd: grens overlopen

Massaberichten om de mening van mensen te beïnvloeden

Slide 5 - Slide

Mondiale spanningen
De spanningen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea spelen, want: Noord-Korea heeft kernwapens - bedreigen hele wereld

Voorlopige oplossing is economische strafmaatregelen van de Verenigde Naties.
 VB: minder export van aardolieproducten naar Noord-Korea, minder vrijheid arbeidsmigranten.

Slide 6 - Slide

Ooit één Korea?
Kans op één Korea als oplossing is klein:
  1. Economische bedreiging China en Japan.
  2. Hulp bij ontwikkeling Noord-Korea is duur.
  3. Geen hechte band familieleden.

Slide 7 - Slide

B243 Sterke en zwakke staten
 Sterke staten:
  1. Bestuurlijk goed georganiseerd
  2. Grote rol politiek, economie en cultuur in de wereld 
  3. BV: VS, EU-landen, Rusland, China
Zwakke staten: 
  1. Slechte sociale structuur: grote groep armen, kleine groep rijken (elite) met alle politieke en economische macht.
  2. Grootgrondbezit
  3. Corruptie

Slide 8 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H7  economische verschillen, mondiale spanningen +B246
maken opdracht 6 t/m 9
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 106/107
  • werkboek blz. 127/128
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 9 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 10 - Slide

Bij welk land hoort de stelling?
Ik maak vaak dagen van 12 uur, maar mijn baas zegt dat hier geen wet tegen is.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 11 - Quiz

Bij welk land hoort de stelling?
Ik had altijd een eigen fabriek, maar die is overgenomen door de overheid, net als alle andere bedrijven.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 12 - Quiz

Bij welk land hoort de stelling?
Mijn buren hebben allemaal de nieuwste stofzuiger, dus ik wil ook graag de nieuwste stofzuiger
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 13 - Quiz

Bij welk land hoort de stelling?
Mijn vader moest nog elke dag werken in de fabriek, maar ik heb nu mijn eigen bedrijf met werknemers in dienst.
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 14 - Quiz

vandaag heb ik geleerd:

Slide 15 - Open question

vandaag vind ik nog moeilijk:

Slide 16 - Open question