VBC Lezen - Bijeenkomst 1

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsHBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

17.30-17.35 uur

Slide 3 - Slide

17.35-17.40 uur

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

17.50-17.55 uur
29 van de 45 vragen goed. 16 vragen fout. Mocht je denken of weten dat je hulpmiddelen nodig hebt, mail dan direct naar...

Slide 6 - Slide

17.55-18.00 uur
Snap dat het veel is. Tegelijkertijd willen we jullie in korte tijd zo goed mogelijk voorbereiden. Probeer zoveel mogelijk te doen. Ga uit van lesweken. Dus zorg ervoor dat je voor de volgende les in ieder geval alles van week 1 hebt gedaan en werp een blik op week 2. Evt. plannen we na bijeenkomst 3 nog een spreekuur in.

Slide 7 - Slide

18.00-18.05 uur
Vragen vooraf? Noteer in de chat. Ik heb zo ook nog een aantal vragen aan jullie bij de theorie van deze week; aan de hand daarvan uitleg geven. Nog niet kunnen voorbereiden? Zie het als een manier om je voorkennis te activeren en aan te vullen waar nodig.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1 Op welke manier heb je de e-mail met informatie over de cursus gelezen?
A
oriënterend
B
globaal
C
intensief
D
kritisch

Slide 9 - Quiz

Daarnaast ook: illustraties, cursief/vette tekst, schrijver en bron!
b=globaal lezen
a=intensief lezen
d=intensief lezen
2 Je wilt bepalen voor welk publiek de tekst geschreven is. Waar kun je dan op letten?
A
het onderwerp
B
de bron
C
het taalgebruik
D
de lay-out

Slide 10 - Quiz

onderwerp=tekst over eindexamen voor jongeren
inhoud=beginnende doe-het-zelver vs. beroepsinstallateur
bron=wetenschappelijk tijdschrift vs. privé
taalgebruik=korte zinnen weinig moeilijke woorden vs vaktaal
toon=formeel of informeel
lay-out=veel afbeelden kleuren
3 Welke schrijfdoelen ken je?

Slide 11 - Open question

informeren-betogen/overtuigen-beschouwen/opiniëren-uiteenzetten/informeren-amuseren-activeren
4 Welke tekstsoort past bij het schrijfdoel overtuigen?
A
redactioneel commentaar
B
recensie
C
reclamefolder
D
handleiding

Slide 12 - Quiz

de hoofdredacteur, de samensteller van de krant geeft vaak in de krant commentaar op iets. Daarbij komt zijn/haar mening sterk naar voren. Recensie past bij beschouwing/reclamefolder bij activerende tekst/handleiding bij uiteenzetting.
Uit: Frank, H., Grezel, J. E., Kooiman, M., Steenbergen, W., & Zetstra, H. (2014). Nieuw Nederlands 4/5 havo (W. Steenbergen, Red.). Noordhoff Uitgevers Groningen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

5 Welke hoofdgedachte past het best bij de tekstsoort uiteenzetting?
A
Linssen en Dessers hebben allebei hun kwaliteiten en valkuilen als spits.
B
Koop nu een seizoenskaart voor Feyenoord!
C
Slot moet Dessers verkiezen als spits boven Linssen.
D
In de wedstrijd tegen Heracles Almelo stond Dessers in de spits.

Slide 14 - Quiz

feitelijke, objectieve informatie
b=activeren
a=beschouwen
c=overtuigen
6 Welke tekststructuur past het best bij de tekstsoort beschouwing?
A
argumentenstructuur (IBAAC)
B
voor- en nadelenstructuur
C
probleem-oplossingsstructuur
D
verleden-, heden-, toekomststructuur

Slide 15 - Quiz

18.15 uur

c en d uiteenzetting a betoog en b beschouwing
timer
8:00

Slide 16 - Slide

18.25 uur

Slide 17 - Slide

18.40 plus terugvragen: hoe heb je dat gezien?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke doelen zijn behaald en welke doelen staan nog open?

Slide 19 - Open question

18.50

Slide 20 - Slide

Uit één artikel: https://www.trouw.nl/opinie/vrijwel-elke-brief-van-de-gemeente-is-een-cryptogram~b0160b1c/ Wie ziet er een woord waar hij of zij de betekenis van kent.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions