Taalverzorging 3.3 Meervoud

1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Herhalen : Taalverzorging 3.1 Hoofdlettergebruik (5 zinnen)
                       Taalverzorging 3.2 Leestekens (PowerPoint

Nieuwe theorie: Taalverzorging 3.3 Meervoud







Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhalen - de beste manier van leren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters
Wat is goed?
A
7 x Twee is veertien.
B
7 x twee is veertien

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdletters
Wat is goed?
A
Zowel de islam als het christendom kent een god.
B
Zowel de islam als het christendom kent een God.
C
Zowel de Islam als het Christendom kent een God.
D
Zowel de Islam als het Christendom kent een god.

Slide 5 - Quiz

God is hier niet bedoeld als een heilig begrip maar als een lid van een godsdienste stroming, dus geen hoofdletter.
Wat is goed?

Zaterdag/zaterdag
A
Zaterdag
B
zaterdag

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke bewering is waar?
A
Windstreken schrijf je met een hoofdletter.
B
Je gebruikt aanhalingstekens bij citaten.
C
Als een zin begint met 's avonds, schrijf je de 's' met een hoofdletter.
D
Je schrijft maanden en seizoenen met een hoofdletter.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Staan alle hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens op de juiste plaats? Ontbreken er dingen?

Richard De Jong is op zoek naar een studentenwoning in Amsterdam.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Typ de zinnen over. Plaats in elke zin één of meer komma's en zo nodig punten in de afkortingen.

Ivm de sneeuwval rijden er geen treinen bussen en trams

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Typ de zinnen over. Plaats in elke zin één of meer komma's en zo nodig punten in de afkortingen.

Ivm de sneeuwval rijden er geen treinen bussen en trams

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Kies het juiste leesteken.

We bespreken drie belangrijke zaken ................ werktijden, verkoopresultaten en het herinrichten van de showroom.
A
:
B
;
C
,
D
.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste leesteken.

De monteurs hebben de hele dag doorgewerkt ............

toch is reparatie van de vrachtwagen nog niet klaar.
A
:
B
;
C
,
D
.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
OLIE?
A
oliën
B
olieën

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
INDUSTRIE?
A
industriën
B
industrieën

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
KOPIE?
A
kopiën
B
kopieën

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Taalverzorging 3.3 Meervoud
Aan de slag!
Vandaag inleveren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions