Les 4

Les 4 Hoe weet je of een verhaal waargebeurd of verzonnen is?

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Les 4 Hoe weet je of een verhaal waargebeurd of verzonnen is?

Slide 1 - Slide

Welke 2 soorten verzonnen verhalen zijn er?

Slide 2 - Open question

Wat voor soort boek is dit?
A
verzonnen
B
waargebeurd
C
informatief

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort boek is dit?
A
verzonnen
B
waargebeurd
C
informatief

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort boek is dit?
A
verzonnen
B
waargebeurd
C
informatief

Slide 5 - Quiz

Lieneke is de naam die Jacqueline krijgt als ze moet
onderduiken in de oorlog. Haar vader schrijft haar
brieven, om haar te troosten en moed in te spreken.
Lieneke overleefde de oorlog en vertelde haar verhaal
aan een journaliste.
A
Dit verhaal is wel verzonnen
B
Dit verhaal is niet verzonnen.

Slide 6 - Quiz

Het is 1572. De Spanjaarden voeren een schrikbewind
uit in de Nederlanden. Ook Robbe heeft het zwaar te
verduren. Als zijn ouders worden vermoord, gaat hij
naar zijn oom voor onderdak. Maar die verkoopt hem
ijskoud aan de Spanjaarden! Gelukkig krijgt hij hulp van
een jeugdbende die zich schuilhoudt op een eiland voor
de kust.
A
Dit verhaal is wel verzonnen
B
Dit verhaal is niet verzonnen.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou fictie zijn?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen
C
Verhalen over de werkelijkheid

Slide 9 - Quiz

Wat is fictie?
Betekenis: alles wat verzonnen is. Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.




- Geschreven om je te vermaken.

Voorbeelden:
Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.




Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou non-fictie zijn?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen
C
Verhalen over de werkelijkheid

Slide 12 - Quiz

Wat is non-fictie?
Betekenis: alles wat niet verzonnen is. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.
 



- Het is geschreven om je te informeren of instrueren.

Voorbeelden:
Nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding




Slide 13 - Slide

Fictie (verzonnen verhalen)


sciencefiction
thriller / horror
fantasy
games
toneelstukken
tv-series
strips
tekenfilms
Non-fictie (Verhalen die echt gebeurd zijn of die je feitelijke informatie geven)

krantenbericht
tijdschriftartikel
studieboek
documentaire
journaal / nieuws op tv
agenda
biografie
reisgidsen

Slide 14 - Slide

Is het fictie of non-fictie?

Schrijvers vertellen dingen die echt gebeurd zijn.

A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quiz

Is het fictie of non-fictie?

Het is bedacht.
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 16 - Quiz

Realistisch en niet-realistisch
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn:




Realistisch:
-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt ook gebeuren.

Niet-realistisch:
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren.




Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Oorlogswinter is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Black Panther is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 21 - Quiz

Ik weet wat fictie en non-fictie is
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll