Quiz Rondleidingendag

Quiz Rondleidingendag
Welkom bij Zorg en Welzijn
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnBasisschoolGroep 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Quiz Rondleidingendag
Welkom bij Zorg en Welzijn

Slide 1 - Slide

De letters EHBO staan voor:
A
eerste hulp bij ontdekken
B
enkels, hersenen, benen en onderarm
C
eerste hulp bij ongelukken

Slide 2 - Quiz

Wat maken we hiermee schoon?
A
Ramen en tafels
B
Tafels en televisie
C
Tafels en kasten

Slide 3 - Quiz

Wat is dit voor een doek?
A
Werkdoek
B
Theedoek
C
Handdoek

Slide 4 - Quiz

Welk beroep past goed bij zorg en welzijn?
A
pedagogisch medewerker
B
baliewerkzaamheden
C
verpleegkundige

Slide 5 - Quiz

Wat staat er vaak op het kledingetiket?
A
Maat, merk, wasvoorschrift, grondstoffen
B
wasvoorschrift, de naam en plaats van de winkel.
C
katoen, hoe je het moet wassen, het merk

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dit wassymbool:
A
Niet drogen in de wasdroger
B
Drogen in de wasdroger
C
Niet wassen in de wasmachine

Slide 7 - Quiz

Bij welke leeftijd noemen we een kind een peuter?
A
0-2 jaar
B
1,5-4 jaar
C
2-6 jaar

Slide 8 - Quiz

In welke volgorde gebruik je de volgende producten?
A
1. base coat 2. nagellak 3. top coat
B
1. nagellak 2. top coat 3. base coat
C
1. base coat 2. top coat 3. nagellak

Slide 9 - Quiz

Wat zie je hier op de foto?
A
til lift
B
multifunctionele rollator
C
bloeddruk meter

Slide 10 - Quiz

Een kneuzing en een verstuiking is hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Mag je altijd je neus snuiten?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

In welk geval bel je GEEN 112 ?
A
Benauwdheidsklachten
B
Zwelling in de nek
C
Insectensteek

Slide 13 - Quiz

Teveel olie en vet is goed voor je
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Hoeveel stuks fruit moet je minimaal per dag eten?
A
1
B
2
C
3

Slide 15 - Quiz

Wat is de schijf van 5?
A
Alles wat je iedere dag eet
B
De top 5 gezondste producten
C
Een schijf met gezonde voedingsmiddelen

Slide 16 - Quiz

Dementie is geneesbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat zit de er in de grootste schijf van de schijf van 5?
A
Vetten en oliën
B
Zuivel
C
Groente en fruit

Slide 18 - Quiz

Wat mag je vooral drinken volgens de schijf van 5
A
water , thee en koffie zonder suiker
B
frisdrank en water
C
water en thee

Slide 19 - Quiz

Waarvoor wordt de rode snijplank gebruikt?
A
kaas
B
tomaten
C
rauw vlees

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het symbool op de afbeelding?
A
water
B
woordenboek
C
Word

Slide 21 - Quiz

Moet ik tijdens het handen wassen mijn sieraden af doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Wat kunnen gevolgen zijn van overgewicht?
A
Hart- en vaatziekten
B
Kanker
C
Diabetes type 2

Slide 23 - Quiz

Wat is een ander woord voor hersenen?
A
brein
B
kamer
C
schedel

Slide 24 - Quiz

Een normale ademhaling bij volwassenen is tussen de 12 en 20 keer per minuut
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Wat zie je bij verslikking?
A
slachtoffer kan niet spreken
B
slachtoffer grijpt naar de keel
C
slachtoffer raakt in paniek

Slide 26 - Quiz

Vitamine C zit in een.......
A
Boterham
B
Appel
C
Pakje melk

Slide 27 - Quiz

Op de buitenschoolse opvang komen....
A
Peuters waar nog geen plek voor op de basisschool is
B
Kinderen die na schooltijd opvang nodig hebben
C
Baby's en kleuters die nog niet naar school gaan

Slide 28 - Quiz

Wat zie
A
Zelfredzaamheid middelen
B
doehetzelf middelen
C
ADL hulpmiddelen

Slide 29 - Quiz

Wat is Domotica?
A
Personen alarmering
B
Een nieuw medicijn
C
Huis automatisering

Slide 30 - Quiz

Wat voor ziekte is MS?
A
niet te genezen huidziekte
B
niet te genezen spierziekte
C
niet te genezen zenuwziekte

Slide 31 - Quiz

Verbaal of non-verbaal?
Je begroet de klant met 'Goedemorgen'
A
Verbaal
B
Non-verbaal

Slide 32 - Quiz