This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
schrijven
Slide 1 - Slide
Je beste vriend heeft het volgende bericht naar jou gestuurd:
‘We waren allebei op tijd en het was echt supergaaf! Gers Pardoel trad als laatste op met een kick-assshow. Volgend jaar ben ik er weer bij! Foto's komen laterrrr!’ Is het meteen duidelijk waar je beste vriend is geweest?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Je beste vriend heeft het volgende bericht naar jou gestuurd:
‘We waren allebei op tijd en het was echt supergaaf! Gers Pardoel trad als laatste op met een kick-assshow. Volgend jaar ben ik er weer bij! Foto's komen laterrrr!’ Is het meteen duidelijk wie er nog meer bij was?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Je beste vriend heeft het volgende bericht naar jou gestuurd:
‘We waren allebei op tijd en het was echt supergaaf! Gers Pardoel trad als laatste op met een kick-assshow. Volgend jaar ben ik er weer bij! Foto's komen laterrrr!’ Heeft je vriend een duidelijke tekst geschreven?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Doel
in deze les leer je hoe je een begrijpelijke tekst schrijft.
Jouw zus heeft haar scooter te koop gezet. Ze heeft een mooie, rode Yamaha uit 2012 en heeft er nog maar 1500 km mee gereden. Ze verkoopt hem, omdat ze spaart voor haar rijbewijs. Als ze er € 700,- voor krijgt, kan ze beginnen met autorijles nemen. Ze heeft bij de supermarkt een briefje opgehangen.
Slide 7 - Open question
Maak het briefje volledig. Schrijf dit op in je schrift.