This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Oefentoets Weer en klimaat
Slide 1 - Slide
Weer en klimaat zijn niet hetzelfde. Noem twee verschillen tussen beiden. Denk erom dat je een volledig antwoord geeft.
Slide 2 - Open question
Benoem de weerelementen die in de bron staan.
Slide 3 - Open question
In de bron staat de klimaatgrafiek die telt voor heel Nederland. Leg uit dat een klimaatgrafiek van Groningen en die van Maastricht er anders uit zullen zien. Wat veranderd er, en waarom?
Slide 4 - Open question
Welke vier klimaatfactoren zijn er?
Slide 5 - Open question
Waar zal het in Nederland het hardste waaien? N - O - Z - W
Slide 6 - Open question
Wat kan je zeggen over de bewolkingsgraad in Europa? Leg je antwoord uit.
Slide 7 - Open question
Wat voor klimaat heeft Nederland? En geef ten minste 2 kenmerken
Slide 8 - Open question
Ontstaat doordat zonnestralen hier schuin op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een groot oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar door erg laag.
Ontstaat door een tekort aan neerslag. In deze gebieden valt steeds minder neerslag doordat lucht daalt en opwarmt.
Ontstaat doordat zonnestralen hier loodrecht op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een klein oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar ongeveer 25 graden Celsius. Er valt veel neerslag.
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Slide 9 - Drag question
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Slide 10 - Drag question
De seizoenen in Nederland
Zet de foto's bij het juiste seizoen
Slide 11 - Drag question
Sleep de hoge- en lage luchtdruk naar de juiste plek op de weerkaart
Hoge luchtdruk
Lage luchtdruk
Slide 12 - Drag question
tropischklim.
woestijnklim.
zeeklim.
landklim.
poolklim.
poolklim.
Slide 13 - Drag question
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Gematigd klimaat
Slide 14 - Drag question
tropisch klimaat
Woestijnklimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Poolklimaat
Slide 15 - Drag question
Deze foto is genomen op 2800 meter. Beneden in het dal op 300 meter is het 12 graden. Hoe koud is het op de top van de berg?
Slide 16 - Open question
Welke klimaat zal ik Spanje met de klimaatverandering toenemen? En hoe ziet die vegetatie eruit?
Slide 17 - Open question
Lees de bron hiernaast. Neem je namen over en zet achter de naam juist of onjuist.
Slide 18 - Open question
Bekijk de afbeelding.
→ Om welke soort neerslag gaat het?
A
Stijgingsneerslag
B
Frontale neerslag
C
Stuwingsneerslag
Slide 19 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
→ Welke factoren zorgen ervoor dat er bij A een warme woestijn voorkomt?
A
De hoge bergen langs de kust
B
De hogeluchtdrukgordel op 30° N.B.
C
De polaire lucht uit het noorden
Slide 20 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
→ Welke factoren zorgen ervoor dat er bij A een warme woestijn voorkomt?
A
De vochtige lucht uit het zuiden
B
De aflandige wind
C
De aanlandige wind
Slide 21 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
→ Welke soort neerslag valt er bij de letter B?
A
Stijgingsneerslag
B
Frontale neerslag
C
Stuwingsneerslag
Slide 22 - Quiz
Sleep de vormen van neerslag naar de juiste plek.
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag
Slide 23 - Drag question
Sleep de klimaten naar de juiste plek
Zeeklimaat
Hooggebergteklimaat
Mediterraanklimaat
Woestijnklimaat
Landklimaat
Steppeklimaat
Savanne klimaat
Zeeklimaat
Slide 24 - Drag question
Sleep de klimaatgrafieken naar de juist plek op de kaart
Slide 25 - Drag question
Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.
Slide 26 - Drag question
Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.
Slide 27 - Drag question
Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.